2015, het einde van XY

In de Nederlandse veehouderij zijn we goed bezig op velerlei terreinen. Met zorg kiezen we het maisras uit wat het beste op ons bedrijf past. Ook ten aanzien van grasland kiezen we graas- en/of maaigrasrassen om tot goede opbrengsten te komen.

Bij de koeien stellen we met veel aandacht een rantsoen samen afhankelijk van leeftijd, lactatiestadium, drachtigheid, enzovoorts. Van het met zorg ingekuilde ruwvoer kennen we de voedingscomponenten tot in detail om de dieren gewenst te laten groeien of produceren. Sensorinformatie stelt ons in de gelegenheid de dieren nog beter te managen door middel van ‘early warning’. Van grond en stront hebben we ook alle benodigde informatie van stikstofleverend vermogen en stikstofgehalte en andere componenten/mineralen om vervolgens ‘fine tuning’ in bemesting te verzorgen.

En dan gaan we vervolgens wel erg primitief om met sperma, wat een enorm toekomstgerichte waarde heeft. Boeren met een stier bij de koeien en pinken kunnen veel profijt maken wanneer ze gaan insemineren, doordat je dan zelf het momentum kunt gaan bepalen. Dan kun je – net als iedereen – de koeien op 40 dagen, de vaarzen op 60 dagen en de pinken mooi op 13,5 maanden insemineren. Loslopende stieren – niet te vertrouwen – doen op testosteronlevel hun werk, terwijl het managementsysteem van de boer hierin leidend zou moeten wezen.

Conventioneel spermagebruik zouden we moeten minimaliseren. Op het reproductiegedeelte van de veestapel, zo’n 25 procent, gesekst vrouwelijk sperma en de rest voor een Belgisch Blauwe stier. De boerenportemonnee vaart er wel bij. De veeverbetering zou gesekst sperma hierdoor goedkoper kunnen maken. De vleeskalverhouderij bewijzen we een dienst: ze krijgen dieren die ze veel beter kunnen verwaarden en zij hoeven minder te importeren. Zo tackelen we ook de discussie over transport en lichte koekalfjes voor 90 procent. Van de beste dieren in de koppel koekalfjes vangen en geslacht afwachten is prehistorie. Dan goed opfokken; elke 2,5 stuks jongvee minder biedt binnen de fofaatreferentie ruimte voor 1 koe.

Ook met een lagere melkprijs kunnen we nog zoveel oogsten.