AlgemeenOpinie

Duurzaamheid moeilijk te meten

Duurzaamheid is geen objectief gegeven. De omgeving en persoonlijke voorkeuren spelen een grote rol.

Afgelopen week heb ik lesgegeven aan studenten Milieukunde. Het ging over duurzame landbouw, en wat mij betreft vooral over de vraag wat dat dan wel is. Er is een omschrijving van duurzaamheid die internationaal algemeen aanvaard is: produceren op zodanige wijze dat de consumptie van toekomstige generaties niet wordt aangetast. In die benadering is consumptie niet alleen eten, maar ook genieten van het landschap, om maar eens wat te noemen. Die benadering, de Brundtland-definitie, is weliswaar breed gedragen, maar in concrete situaties kun je er toch ook weer niet zoveel mee.

Genetische manipulatie

Een Zwitserse onderzoeker heeft een jaar of wat geleden geprobeerd die definitie nader in te vullen voor duurzame landbouw. Hij heeft een aantal aspecten bij elkaar gezet die duurzame landbouw mogelijk bevorderen of juist tegenwerken. Het gaat dan om belasting op lange-­afstandstransport van landbouwproducten, inkomenstoeslagen voor milieuvriendelijke productie, genetische manipulatie/modificatie, biokeurmerken, en nog een paar. Vervolgens heeft hij in Nieuw-Zeeland en in Zwitserland een grote enquête gehouden, om na te gaan wat de mensen vonden. En wat blijkt, Zwitsers geven heel andere scores dan Nieuw-Zeelanders. Zwitsers zijn erg voor een belasting op gesleep met landbouwproducten, Nieuw-Zeelanders niet. Dat kun je je voorstellen als je weet waar Nieuw-Zeeland ligt, ver van elke belangrijke afzetmarkt vandaan. Nieuw-Zeelanders zien ook wel iets in genetische manipulatie/modificatie als middel om duurzaamheid te bevorderen. Zwitsers zijn er juist fel tegen. Oftewel, de context doet ertoe, als je wilt invullen wat duurzame landbouw is. Politieke en persoonlijke voorkeuren hebben zeker invloed.

[([002_rb-image-2696356.jpeg]:inzetgroot)]

 

Duurzame eierproductie

Dit verhaal werd plotsklaps actueel toen een Kamerlid aan staatssecretaris Dijksma vroeg wat ze vond van de uitkomsten van een onderzoek van Rikilt, een instituut van Wageningen UR. In dat onderzoek zijn vier vormen van het houden van legkippen op duurzaamheid vergeleken, van verrijkte kooi tot vrije uitloop en biologisch. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de door stedelingen verfoeide verrijkte kooi verreweg het best scoort als het om duurzaamheid gaat. De onderzoekers hebben alle mogelijke aspecten van duurzame eierproductie op een rij gezet, van procenten uitval, tot procenten salmonellabesmetting. Vervolgens hebben ze vastgesteld hoe de vier systemen op al die aspecten scoorden, en de hele zaak bij elkaar opgeteld. De staatssecretaris antwoordde dat het er maar van afhangt hoe je de verschillende aspecten weegt, oftewel, hoe belangrijk je ze vindt. En daarmee slaat ze de spijker op de kop. Er is geen objectieve, direct toepasbare maat voor duurzaamheid. Dat weten de studenten Milieukunde nu ook.

Lees ook deze blogs van Dirk Strijker:

Kortetermijnproblemen oplossen voor later

Onvoorspelbare aanpak helpt veehouderij

Beheer
WP Admin