AlgemeenOpinie

Uiensector gezond ondanks faillissementen

Alweer is er een faillissement in de uienhandel te betreuren. Deze sector ervaart nu de keerzijde van zijn eigen succes. De bedrijven, meestal bedrijfjes, zijn ooit ontstaan uit de behoefte het akkerbouwbedrijf te verbreden. Voorwaartse ketenintegratie heette dat.

De teler moest een deel van het vervolgtraject en de marge die daar bij hoorde, naar zich toehalen. Dat lukte. Er ontstonden vele bloeiende bedrijven. Maar de wereld is veranderd. Nederland groeide mede dankzij de sterk op handel gerichte infrastructuur tot de belangrijkste uienexporteur ter wereld. De ui is een erg speculatief gewas met enorme prijsschommelingen. De afzetmarkt groeit nog steeds. Maar op die markt heersen nu andere wetten. Omvang telt meer dan voorheen. Grote jongens houden zich er beter staande, ook vanwege de wispelturigheid van belangrijke afnemers zoals Rusland. De ruime beschikbaarheid van marktgegevens vergroot dat effect. Telers weten veel beter dan vroeger wat de prijs is van hun product. Dat verdunt de marges voor de handel.

Schaalvergroting lijkt de enige weg, met voor kleintjes alleen plaats als ze een hele sterke eigen troef hebben, zoals de bediening van een nichemarkt. Het is in zekere zin de tragiek van een succesverhaal. Iets om bij stil te staan, maar niet iets om over te blijven treuren. Want in de kern is de Nederlandse uiensector gezond.

Beheer
WP Admin