AlgemeenOpinie

Kwestie kooi-ei geeft te denken

De import van kooi-eieren uit Oekraïne is niet te stoppen. Dat zegt de Europese Commissie in antwoord op vragen van de Nederlandse europarlementariër Jan Huitema. De handelsovereenkomst met dat land geeft de EU geen mogelijkheid om op grond van dierwelzijnseisen handelsbelemmeringen op te werpen.

Dat zal best, maar het is wel zuur voor de producenten binnen de EU die gedwongen zijn de legbatterij af te zweren en te investeren in diervriendelijker houderijsystemen. Zij kunnen op basis van prijs niet concurreren tegen goedkope import. Gelukkig is die import (nog) niet groot, en voorlopig nog beperkt tot industriële eiproducten.

De acute economische schade is beperkt. Toch is de betekenis van deze kooi-eikwestie groot. Zelfs tegenover een zwakke broeder als Oekraïne slaagt de EU er niet in om ‘zachte’ onderwerpen zoals dierwelzijn om te zetten in hard onderhandelingsresultaat. Dat heeft alles te maken met de spelregels van handelsorganisatie WTO. Het geeft te denken over de kans van slagen om deze non-trade-concerns wél veilig te stellen in het overleg met de Verenigde Staten. In die onderhandelingen gaat het om echt grote belangen. Denk aan chloorkippen, BST-melk, gengewassen en andere zaken die binnen de EU taboe zijn. Eisen stellen kan, als iedereen er maar aan gehouden wordt. Met de handen op de rug is het lastig vechten.

Beheer
WP Admin