AlgemeenOpinie

Ruim baan voor opvolging schappen

Met de kennis van nu zou politiek Den Haag in december 2011 de productschappen nooit hebben opgeheven.

Een meerderheid van de volksvertegenwoordigers vond de schappen niet meer van deze tijd. Ondernemers moesten heffing betalen, maar hadden nauwelijks invloed op de besteding van het geld. Zo’n constructie is alleen acceptabel bij de belastingen.

Ruim twee jaar later blijkt dat het lastig is om een aantal taken van de productschappen anders te organiseren. Je kunt instituten die decennia hun rol hebben vervuld in de agrarische economie, niet in een achternamiddag vervangen. Er worden nu in allerijl producenten- en brancheorganisaties opgericht om de leemte te vullen.

De overheid wil dat de organisaties die productschapstaken overnemen, per product of gewas worden georganiseerd. Zij wil anders geen algemeen verbindend verklaring afgeven. Die verklaring is nodig om de regels voor de hele keten te laten gelden. Voor de zuivel of het vlees is dit niet zo’n punt, maar voor de tuinbouw en akkerbouw met de vele gewassen een schier onoverkomelijk bureaucratisch struikelblok.

De politiek heeft een fout begaan door de productschappen op te doeken. Het buitenland was jaloers op deze ketenbrede samenwerkingsverbanden. Het wordt hoog tijd dat de land- en tuinbouw nu ruim baan krijgen om de opvolging van de productschappen zo goed mogelijk vorm te geven om de schade die de politiek heeft veroorzaakt, enigszins te beperken.

Beheer
WP Admin