AlgemeenOpinie

Boycot

De snelle roep om compensatie voor de Russische boycot is slecht voor de beeldvorming over de landbouw.

Tijdens mijn vakantie is er een vliegtuig uit de lucht geschoten, en in de weken daarop zijn door de EU en door Rusland sancties afgekondigd. Het is duidelijk dat het vooral om land- en tuinbouwproducten gaat. Direct bij de eerste aankondiging kwam er een roep om compensatie, van LTO, van andere belangenbehartigers, van individuele boeren en tuinders, van de Rabo, van de veilingen, van Annie Schrijer, van wie eigenlijk niet?

Van mij niet! Althans, niet zonder nuance. Meteen na de aankondiging van de Russische tegenmaatregelen werd ik gebeld door allerlei omroepen die wilden weten wat er moest gebeuren. Alsof ik dat weet. Mijn reactie was anders dan die van LTO en consorten, namelijk dat er natuurlijk iets gedaan moet worden, maar dat eerst duidelijk moet zijn wat er precies geboycot wordt en wat dan zo ongeveer de schade is, en voor wie dan wel.

Inmiddels is duidelijk dat de Europese Unie het voortouw neemt, en dat lijkt me terecht, want de sancties raken alle lidstaten. En ik ga ervan uit dat de EU goed in beeld probeert te brengen wie er schade ondervindt, en in welke mate, en wat eraan te doen valt. Dat wordt nog een heel lastige opgave, want het gaat echt niet alleen om de bedrijven die voor de Russische markt produceerden, en niet alleen om land- en tuinbouwbedrijven. En maak het specifieke effect van deze sancties maar eens helder. In de tuinbouw en bij de eieren ging het immers al slecht, en de aardappelprijs was al laag.

De EU lijkt me trouwens ook de club die eens een hartig woordje moet wisselen met de landen die van plan zijn het gat te vullen dat in de Russische import valt. Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld, en een aantal Zuid-Amerikaanse landen. Een deel van de inzet van de EU schijnt te worden dat er gezocht wordt naar nieuwe markten, en dat hulp geboden wordt bij het bereiken van die markten. Misschien moet dan maar eens naar de markten van Nieuw-Zeeland en aanverwanten gekeken worden. Voor bederfelijke glastuinbouwproducten is dat geen optie, maar voor vlees, eiproducten en zuivel misschien wel.

Ik vind de supersnelle, algemene en schreeuwerige roep om schadeloosstelling door allerlei bobo’s onverstandig omdat het slecht is voor de algemene beeldvorming over de land- en tuinbouw. In inbelprogramma’s op de radio hoorde ik al bellers zeggen dat je boeren nooit hoort als het goed gaat, maar dat ze bij tegenslag meteen roepen om hulp van de overheid. Dat is niet het soort reacties waar je als volwassen en volwaardige sector op zit te wachten. Zelfs niet als de sector last heeft van internationale politiek. Met een beetje meer terughoudendheid en nuance was de boodschap ook wel doorgekomen.

 

Dirk Strijker, Mansholtleerstoel Rijksuniversiteit Groningen

Beheer
WP Admin