AlgemeenOpinie

Vion en Avebe

Vion moet zich meer gaan richten op de eigen leden en de eigen markt. Vergeet dat marktleiderschap.

U heeft de afgelopen weken kunnen lezen dat Vion opnieuw in zwaar weer zit. In 2012 schreef het concern bijna een miljard euro af op eerder aangekochte bedrijven in het Verenigd Koninkrijk. Om het hoofd boven water te houden verkocht het vervolgens Ingredients, net díe divisie die nog wel geld verdiende. Vion heeft een aantal vestigingen in Nederland, en nog veel meer in Duitsland. Uit de pers begrijp ik dat het daar vaak om verouderde slachterijen gaat. Recent legde de Duitse warenautoriteit er zelfs eentje stil omdat-ie niet aan de hygiënenormen voldeed. Vion heeft die Duitse vestigingen te danken aan overnames in het verleden, zoals van Moksel, Südfleisch en Nordfleisch. Die overnames waren erop gericht een leidende rol in de internationale vleesmarkt op te bouwen. Dat was rond 2000 het heersende idee bij Nederlandse coöperaties: marktleiderschap, het liefst in de wereldmarkt. Het verwerven van dat leiderschap is bij Vion enigszins uit de hand gelopen, kunnen we gerust stellen.

Daarin is het varkensconcern niet uniek. Van de vleessector weet ik niet zo veel, ook al werkte mijn schoonvader voor Drentex, één van de voorvaderen van Vion. Het verhaal van Vion lijkt als twee druppels water op dat van Avebe, en dat is een bedrijf waar ik wat meer van weet. Ook Avebe ging rond 2000 groot doen. Het wilde wereldmarktleider zijn in aardappelzetmeel. Nu is aardappelzetmeel slechts een klein onderdeel van de zetmeelmarkt, dus zelfs als wereldmarktleider ben je dan klein. Om leider te worden ging Avebe aan het kopen en aan het bouwen in het verre buitenland. In Thailand en China bijvoorbeeld. Na een paar jaar bleek dat Avebe toch niet zo goed was in het managen van bedrijven in Verweggië en in het verkopen op onbekende markten. Van vreemde valuta had het evenmin kaas gegeten. Het kostte klauwen met geld om er weer van af te komen, en om de strategie weer gewoon op het eigen zetmeel, het eigen gebied en de eigen boeren te richten. Nu gaat het goed, al is dat meer aan geluk dan aan wijsheid te danken. Een rode draad bij Avebe was het streven naar meer toegevoegde waarde. Het heeft een halve eeuw gekost, maar nu is men zover.

Voor Vion zit er maar één ding op. Leer van Avebe: probeer geen marktleider te worden in Europa, richt je op je eigen binnenlandse leden en je eigen gebied. Zorg voor goed vlees voor de Nederlandse markt en de directe omgeving en probeer niet de goedkoopste, maar een goede te zijn. Dat doe je niet door stiekem vlees tot biologisch vlees om te katten. En ook niet door in verouderde fabrieken te produceren. En denk niet dat meer toegevoegde waarde de komende tien jaar iets oplevert.

Beheer
WP Admin