Geen goed signaal van EU-parlement

In Brussel is de grote stoelendans bezig die is ontstaan na de verkiezingen. De nieuwe parlementariërs nemen hun plek in. Dit zijn de momenten dat je op moet letten, want nu worden ook de invloedrijke posten verdeeld.

De aanwijzing van een nieuwe commissievoorzitter, die zoveel stof laat opwaaien, is maar een van de vele beslissingen.

In de parlementscommissies zijn de functies van voorzitter en vicevoorzitters te vergeven. De grote partijen lijken hier een vervelend machtsspelletje te spelen. Liberalen, christen-democraten en sociaal-democraten hebben gezamenlijk hun gewicht in de strijd gegooid om te voorkomen dat leden van de anti-Europese EFDD-partij de post van vicevoorzitter zouden krijgen. In onder andere de commissies voor landbouw en milieu hebben zij besloten af te wijken van het verdeelmechanisme dat het parlement normaliter gebruikt – een wat ingewikkelde, maar min of meer objectieve methode die uitrekent aan welke partij een post toekomt.

De grote partijen redeneren dat deze partijen de voorzittershamer niet mogen hanteren, omdat ze toch niet voor Europa zijn. Wat je ook mag vinden van eurosceptici, de gekozen parlementariërs horen de kans te krijgen volwaardig mee te draaien in het democratische proces, tenzij ze ronduit antidemocratisch zijn. Hen op deze manier te boycotten is een manier van politiek bedrijven die het aanzien van de Europese zaak niet ten goede komt.