AlgemeenOpinie

Pioniers

Melken kan overal, maar de techniek verschilt wel tussen de Verenigde Staten en Nederland.

Onlangs was ik met 43 studenten op excursie in de buurt van Grand Rapids in de Amerikaanse staat Michigan. Het is een gebied met veel inwoners van Nederlandse komaf. In de loop der tijd zijn er veel groepen landverhuizers – vooral gereformeerden – naartoe gegaan, aangespoord en begeleid door hun lokale dominee. Ze hebben eigen kerken en onderwijsinstellingen gesticht, waaronder Calvin College. Een moderne universiteit van een voor Nederlandse begrippen religieus-orthodoxe bevolking.

Ik kom er vaker en de sfeer doet me denken aan protestants Nederland rond 1960: degelijk, hardwerkend, zorg voor de naaste, en een beetje spruitjesgeur. Professor Henk Aaij begeleidde ons langs de herkenningspunten van de eerste landverhuizers. De kerkhofjes van New Groningen, Drenthe en Borculo, met Nederlandse teksten en namen op de zerken. De Nederlandse architectuur, de monumenten in Zeeland en Holland, het museum van het dorp Graafschap. Daar is te zien dat de nieuwaangekomenen eerst jaren bos moesten kappen om landbouwgrond te maken. Een kwart van hen was binnen een paar jaar dood, van uitputting of door ongelukken met de houtkap. Uiteindelijk hebben ze een welvarende kolonie gesticht. Zo heet dat gebied aan Lake Michigan dan ook, Kolonie.

Een dag eerder waren we op bezoek bij melkveehouder Bill Henke. In 1987 besloten de Henkes dat er met een melkquotum voor 28 koeien in Veenendaal geen boerentoekomst was voor de volgende generatie. Ze verhuisden naar Michigan, waar ze een bedrijf kochten met 48 koeien op 75 hectare. Bomen hoefden niet meer gekapt te worden. Het ging ze goed, ze kochten grond bij en verhuisden naar een bedrijf met meer uitbreidingsmogelijkheden. Ook Michigan heeft stankcirkels en mestwetgeving, vandaar. De zoon nam het bedrijf over, er werd een nieuwe stal gebouwd, er kwam personeel, en nog een stal, en nog meer personeel. Inmiddels staan er acht stallen naast elkaar. Er staan 4.500 melkkoeien, het jongvee, ook vele duizenden, staat elders.

Ter voorbereiding waren we op bezoek geweest bij een melkveebedrijf in Ten Boer bij Groningen, met 200 koeien. Het viel direct op dat het Amerikaanse bedrijf met simpelere technieken werkte. Het bedrijf van Henke zag er goed uit, er werd goed voor de koeien gezorgd, geen gecomputeriseerde koesortering, geen mestschuif, de individuele krachtvoerrantsoenering ontbrak, geen toeters en bellen in de melkstal. Het past bij een situatie waarin grond en arbeid relatief goedkoop zijn. Henke denkt niet in individuele koeien maar in groepen, logisch bij zo’n schaal. Maar zijn droom is niet anders dan die van de landverhuizers van twee eeuwen geleden: vrijheid en toekomst.

Beheer
WP Admin