Graslandnorm aanpassen discutabele maatregel

De spanning over de derogatie-onderhandelingen in Brussel neemt toe. Het eerder uitgestelde mestdebat wordt deze week met spoed alsnog gehouden in de Tweede Kamer. Blijkbaar zijn er ontwikkelingen die ruggenspraak vereisen.

Vast niet toevallig laat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland weten dat de voorwaarden voor derogatie aangescherpt worden. 70 procent grasland is niet meer genoeg, het moet 80 procent worden. Waarom precies dat percentage, is onduidelijk.

Terecht stuit dit op ongeloof en kritiek bij de vakorganisaties LTO en NMV. Ten eerste is een hoger percentage grasland in heel Nederland niet het middel om de problemen in een deel van het land op te lossen. Alleen in het zuidoostelijk zandgebied zijn de nitraatgehaltes van het grondwater nog te hoog. Om daar wat aan te doen zijn al verlagingen van gebruiksnormen aangekondigd. Die zijn voor telers in dat gebied pijnlijk, maar zijn in ieder geval doelgericht.

Ten tweede is het jaar al lang begonnen. De eerste mest is uitgereden, het maiszaad is besteld, de bouwplannen zijn klaar, de loonwerkers besteld. Het is praktisch amper nog mogelijk dit bij te sturen op zo’n korte termijn. En stel dat het wel zou lukken, stel dat boeren zo gedwee zijn dat ze massaal hun bouwplannen nog aanpassen. Wie geeft dan de zekerheid dat dit de laatste nieuwe voorwaarde is? Nog steeds is onzeker of eind april de derogatie wordt toegekend.

Dit begint op paniekvoetbal te lijken. Dat is voor niemand goed.