Grond is je pensioen

“Kopen”, zegt Hans. “Eerst maar onze schulden aflossen”, stribbelt Hanna tegen. “Ik zou het niet doen.” We kunnen 12 hectare land kopen, prima gelegen naast onze eigen kavel. Maar we zijn er wel weer een dikke 6 ton mee kwijt.

Dat komt bovenop de schuld die we bij de bank hebben. Op onze leeftijd is dat veel, maar Hans heeft nog een heel leven voor zich. Bovendien hebben we de grond niet nodig voor de mest. Wij hebben meer hectares dan we beslist moeten hebben voor de mestafvoer. Ook als de stal straks vol is.

“Je denkt toch niet dat dit mijn laatste investering is”, wijst Hans me terecht. “Kijk maar naar jezelf. Wat heb jij niet geïnvesteerd na je veertigste. Daarom kun je nu ook een mooi levensvatbaar bedrijf aan mij overdragen.”

“Plus ons pensioen”, zegt Hanna een tikkeltje zuur. “Wij zijn typisch een bedrijf van arm leven en rijk sterven. Als wij nu weer dieper in de schulden gaan, blijft er voor ons nog minder over voor ons pensioen. Vroeger dacht ik altijd dat de grond ons pensioen zou zijn, maar daar komt weinig van terecht.”

“Grond blijft je pensioen”, zegt Hans. “Als jullie straks stoppen met de boerderij, betaal ik je zoveel huur en rente over het bedrag dat in het bedrijf zit, dat je er prima van kunt leven. Dat beloof ik. Maar ik wil wel steeds kunnen uitbreiden en daar is het nu de gelegenheid voor.”

Eigenlijk heeft Hans wel gelijk. Grond is een uitstekende belegging. Bureau De Mediaan heeft het rendement berekend van grond over de afgelopen veertig jaar. Het blijkt dat, vooral door prijsstijging, het gemiddelde rendement 8,4 procent is. Het is niet voor niets dat pensioenfondsen graag beleggen in grond. Zo heeft verzekeraar ASR 33.000 hectare grond in bezit. Dat bezit stijgt de laatste jaren sterk in waarde omdat de vraag naar grond toeneemt.

“Ik verwacht dat de prijsstijging van grond doorzet”, betoogt Hans. “Een zeker bezit, stijgende vraag naar voedsel, de mestproblematiek, dat leidt naar hogere prijzen. Daarom moeten we blijven kopen.”

Hanna zwijgt en ik denk: “Het zal er wel van komen.”