Niet achterover leunen bij mestverwerken

De veehouderij heeft tot 1 december dit jaar 23 miljoen kilo fosfaat uit mest verwerkt. Dat is 6 miljoen kilo meer dan de wettelijke eis voor 2014. Dat blijkt uit cijfers van overheidsdienst RVO.nl op basis van mestbonnen. De sector voldoet daarmee ruimschoots aan de mestverwerkingsplicht.

Hier is een pluim op zijn plaats. De plicht geldt voor veehouders met een te verwerken overschot groter dan 100 kilo fosfaat, in totaal 18.000. Uit de gegevens is overigens niet op te maken of daadwerkelijk alle individuele veehouders hebben voldaan aan de mestverwerkingsplicht. De hoeveelheid hangt ook af van de regio.

Alle lof over het opstartjaar 2014, het is geen reden om achterover te leunen. In 2015 gaan de normen fors omhoog. Regio Zuid moet 50 procent verwerken, Oost 30 procent en de overige regio’s 10 procent. In totaal moet 28 miljoen kilo fosfaat worden verwerkt. Waarschijnlijk zijn deze cijfers ook nog relatief eenvoudig te halen. De echte kluif ligt er voor 2016 en 2017, met opnieuw strengere normen. Deze zijn alleen haalbaar met forse uitbreiding van mestverwerkingscapaciteit. Terecht kijken de vertegenwoordigers dan ook vooral naar het eindbeeld in 2017. In dat jaar moet Nederland de zaakjes op orde hebben om opnieuw derogatie te kunnen vragen.

Het einddoel vergt niet alleen actie van de veehouderij, maar ook van lokale overheden en financiers. Zonder een vergunning, zonder een financiering blijft het bij plannenmakerij. Het besef is er, nu de daadkracht. De tijd dringt.