Redactieblog
273 x bekeken
5 reacties
Draaiende directeuren en bestuurders met slappe knieën
Een raar gevoel blijft over bij de mislukte fusie van DOC en het Duitse DMK. Directie en bestuur speelden een opmerkelijke rol.
Tot voor kort predikte vooral directeur Oosterveld de unieke positie van DOC te midden van het grote fusiegeweld om hem heen. Klein, wendbaar en met lage kosten kon DOC de concurrentie prima aan. Het bestuur volgde hem slaafs in zijn beweringen.
Zo ook bij het fusievoorstel. Ineens was volgens Oosterveld de fabriek te eenzijdig, had te weinig macht en kon niet langer een concurrerende melkprijs garanderen. Het bestuur papegaaide de draaiende directeur na.
Zo openbaart zich de waarde van een boerenbestuur. Ze hebben geen eigen mening, maar waaien als een windhaan mee met hun directeur. Ongeloofwaardig en angstwekkend. Welke waarde moet je nog toekennen aan het bestuur, dat het vertrouwen van de leden geniet?
Weinig, lijkt me. Het wordt tijd dat we ons beraden over de bestuursvormen van onze coöperaties. Kunnen we echt nog zelf besturen of moeten we daar deskundigen voor inhuren? En niet alleen bij coöperaties als DOC, maar ook bij grotere. Mij zit nog steeds dwars dat voorzitter Attema onze coöperatie Friesland Foods voor een veel te laag bedrag heeft overgedragen aan Campina.
Kortom, ik heb forse twijfels bij de capaciteiten van de boerenbestuurders van heden. Die leunen te veel op de directies, die tevens bijna hun broodheren zijn. Want het pluche wordt goed betaald. Daar zorgen onze collega’s wel voor.
Dit stukje schreef ik voordat ik de reactie van Jan Cees Vogelaar las op mijn vorige bijdrage over allemaal verliezers bij DOC. Dit zal ook wel weer niet goed vallen. En toch blijf ik van mening dat alleen een soort shock DOC in staat stelt te kiezen voor een zekerder toekomst. En niet de rust en het overleg dat Vogelaar voorstaat. Wat dat betreft: we mogen wel samen op dansles.
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.