Volgens klimaatwetenschapper Pier Vellinga zijn zuivel en vlees niet klimaatneutraal te maken. "De rundveestapel moet wereldwijd eigenlijk gehalveerd worden."
Volgens de bekendste klimaatwetenschapper van Nederland is het klip en klaar: het natte weer past precies in de scenario's van klimaatverandering. Meer maatregelen zijn nodig om het vele water – en de droogtes die erbij horen – het hoofd te bieden. Maar er moet ook veel meer gebeuren aan de oorzaak. In de wereld van de energie ziet Pier Vellinga grote veranderingen. Daarom zal de landbouw, als andere grote bron van broeikasgassen, aan de bak moeten, voorspelt hij.
Pier Vellinga (66) is de bekendste klimaatwetenschapper van Nederland. Hij heeft vele functies gehad in de universitaire wereld, en was onder mee adviseur van de deltacommissie onder leiding van Cees Veerman. Tot eind vorig jaar was hij hoogleraar klimaatverandering bij Wageningen UR. Vellinga is nog steeds als externe medewerker verbonden aan de WUR en aan de VU Amsterdam.
Foto: Edo Kooiman
We hebben een record nat jaar tot nu toe. Wat zegt dat over klimaatverandering?
"Het blijkt dus dat die voorspellingen over klimaatverandering uitkomen. Je ziet dat de scepsis over het onderwerp van de agenda verdwijnt. Er waren altijd nog mensen die zeiden; dit is verre toekomst, na ons de zondvloed, maar die geluiden verdwijnen. Het klimaatprobleem is moeizaam op de agenda gekomen. Al Gore werd verguisd. Nu zien we dat weerman Gerrit Hiemstra zijn praatje begint met 'Welkom in het nieuwe klimaat'. Sceptici zien ook dat het verhaal klopt, beter dan het spoorboekje."
Nu is het nat, maar ook een droog jaar geldt al snel als bevestiging van de klimaatverandering. Dat lijkt een beetje als een orakel, het heeft altijd gelijk.
"Nee, dat is onzin. Gemiddeld regent het meer. Nu ongeveer 20% meer dan 30 jaar geleden, en dat wordt de komende 30 jaar waarschijnlijk 40% meer. Vooral piekbuien zijn er vaker. Buien die je vroeger eens per eeuw had, komen nu eens per 30 jaar.
Een warmere wereld heeft twee kenmerken: droge gebieden worden droger en natte gebieden natter. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude, er kan dus ook meer uit vallen. Daar komt iets bij: de buien volgen vaak een baan. Hittegolven zorgen voor uitdroging van de grond, waardoor er weinig water in de lucht zit en er dus geen onweersbuien komen. Droogte versterkt zichzelf. Dat geldt ook voor wolken die zich ontladen. Dat is heel helder. Pas als het om de precieze patronen gaat, om de vraag waar en wanneer het precies valt, dan ga je orakelen. Dat kun je niet exact voorspellen."
Fors meer neerslag dus. Zijn de waterbeheerders daar klaar voor?
"De waterschappen hebben best veel gedaan al sinds de jaren negentig. Maar het watersysteem is nog niet op orde. Bufferen, bergen, afvoeren is het beleid. We moeten verder doorgaan op die weg. In dit natte jaar zien we waar de zwakke plekken zitten. Tegen die echte piekbuien is geen afvoer bestand. Daar is maar één antwoord op: het water lokaal bergen. Ook de afvoer moet je meer lokaal organiseren. Niet één groot gemaal voor de hele provincie, maar meerdere kleine."
'Grote boeren maken hun eigen watersystemen. Die gaan echt niet meer wachten op het waterschap'.
Welke mogelijkheden ziet u voor boeren om zelf in te spelen op klimaatverandering?
"Dat begint bij de bodem. Met veel organische stof kun je 20 tot 50% meer water bergen in de bodem. Dan ben je beter bestand tegen piekbuien. Daarnaast kunnen boeren overleggen met collega's; samen een overloopperceel inrichten, bijvoorbeeld. Grote boeren maken hun eigen watersystemen. Die gaan echt niet meer wachten op het waterschap, die gaan zelf een dammetje maken en pompen."
Dan krijg je een clash met het waterschap, dat wil geen onderbemalingen en andere eigen initiatieven.
"Nee, geen onderbemalingen, maar wel de handen ineen slaan. Goeie waterschappen gaan juist met boeren om tafel en vragen: wat kunnen we doen? Ze zullen de centrale regie wat meer los moeten laten. Ja, dat vinden ze moeilijk. Waterschappen zijn meer gericht op regels maken en toetsen en schouwen. Overleggen en samen eruit komen is niet altijd hun sterkste punt."
Nu naar de broeikasgassen. In spreekbeurten en interviews die u geeft, krijg je de indruk dat de landbouw en veehouderij het grootste probleem zijn. Vindt u dat echt?
"Nee, zo mag je het niet zien. Fossiele brandstof is nog altijd de grootste bron. Maar je ziet daar wel enorme beweging. De oliemaatschappijen zijn om. Zelfs Shell investeert in windmolens. Een klimaatneutrale energiehuishouding, gebaseerd op zon, wind en waterstof, komt in beeld. Dus wordt het tijd om naar andere belangrijke bronnen te kijken. De uitstoot door landbouw is nu ruwweg 20% van het totaal. Als het zo doorgaat, wordt dat
40%. Iedereen houdt de boot af. Den Haag noch Brussel heeft klimaatbeleid voor landbouw, dankzij de landbouwlobby. Maar na 'Parijs' is dat onhoudbaar. De landbouw zal aan de bak moeten. Er zijn twee hoofdproblemen: de veestapel en de uitstoot door oxidatie van veen."
'Een koe stoot evenveel broeikasgas uit als een auto'.
Met veestapel doelt u op rundvee?
"Ja wat dit betreft doen varkens en kippen het iets beter dan koeien. Een koe stoot evenveel broeikasgas uit als een auto. Dat komt vooral door de methaanuitstoot die bij herkauwen hoort. Dat herkauwen hoort bij de koe, daar kun je weinig aan doen. Er wordt onderzoek gedaan hoe die uitstoot omlaag kan. Maar mijn stelling is dat de methaanproductie per koe hooguit 30% naar beneden kan. Blijft er 70% over. Dat is nog steeds te veel. Zo word je niet klimaatneutraal. Wil je dat wel, dan moet de veestapel wereldwijd kleiner worden. Je krijgt die koe niet op nul uitstoot."
U scheert nu alle rundvee over één kam. Bij zuivel is de uitstoot omgerekend naar kilo product veel lager dan bij rundvleesvee.
"Ja oké, de combinatie van zuivel- en vleesproductie is broeikastechnisch gezien efficiënter dan puur vleeskoeien. Maar zelfs superefficiënt is hier niet goed genoeg om klimaatneutraal te worden."
Nu komen we bij de 'Dijkhuizen-discussie': efficiency, lage uitstoot per kilo product als de sleutel naar duurzaamheid. Daar gelooft u niet in?
"Nee. Kijk naar de energiewereld. Dertig jaar geleden zeiden de oliemaatschappijen: we lossen het op met zuiniger auto's. Ondertussen zijn er 2 keer zoveel auto's en is de uitstoot per saldo niet lager. Efficiency helpt in theorie wel, maar in de praktijk is er een rebound-effect: het product wordt goedkoper en dan ga je meer gebruiken. Uiteindelijk red je het daar niet mee. Voor de CO2-uitstoot heeft efficiency wat betreft de totale uitstoot door de sector in al die 30 jaar niks opgeleverd.
In wezen zijn zuivel en vlees niet klimaatneutraal te maken. Een beperkte hoeveelheid uitstoot kan het wereldklimaat wel hebben, maar als je naar de natuurlijke kringloop kijkt, moet de rundveestapel wereldwijd eigenlijk gehalveerd worden. En dat in een tijd van groei. Dat is een bijna onvoorstelbare opgave."
Meer efficiency mag het probleem niet oplossen, maar om te zeggen dat het niets bijdraagt is nog een stap verder. Als er vlees geproduceerd moet worden, laten we dat dan zo efficiënt mogelijk doen, lijkt me.
"Dat is nou het Dijkhuizen-denken: de vraag naar vlees en dierlijk eiwit wordt niet ter discussie gesteld. Willen we klimaatverandering beperken, dan moeten we minder vlees en zuivel consumeren en daar alternatieven voor ontwikkelen. Kijk naar het hele landbouw- en voedselsysteem. Het gaat niet alleen om klimaatverandering. Kijk ook naar bodemvruchtbaarheid, dierenwelzijn en gezondheid, naar de hele keten zoals we die hebben ingericht, naar boeren die in wezen werknemers zijn van banken. Ik pleit voor een transitie waarbij je naar het geheel kijkt, net zoals we bij de fossiele brandstof hebben gedaan. Oliemaatschappijen snapten het eerst ook niet, maar nu blijkt het ook te kunnen met wind en zon. Waar gaat het bij voedsel om? Om kwaliteit, om bodemvruchtbaarheid, om gezondheid. We moeten nadenken over een ander voedingspatroon. Stel de vraag naar vlees en zuivel ter discussie. Die is kennelijk heilig maar dat hoeft niet zo te blijven."
De zuivel werkt aan een klimaatneutrale keten. Een van de maatregelen is vergisters verstrekken aan boeren. Wat vindt u daarvan?
"Een bestaand systeem efficiënter maken levert een bijdrage, maar is niet de oplossing. In Rotterdam gaan ze afvalwarmte van industrie gebruiken om huizen te verwarmen. Leuk, maar wat gebeurt er straks? Dan moet die fabriek blijven draaien omdat de huizen warm moeten blijven. Zo moeten koeien straks blijven om mest voor de vergister te produceren. Ik wil niet alle dergelijke initiatieven kapotpraten. Dat is niet fair. Mestvergisting voor energie is een stapje in de goede richting. Maar Parijs zegt: op den duur moet het klimaatneutraal. Voor de landbouw zie ik de oplossing nog niet. Tot die tijd blijft het schipperen en zoeken naar alternatieven."
Veenweiden
De oxidatie van de organische stof uit de bodem is wereldwijd een groot probleem. Degradatie van bodems levert een forse bijdrage aan de uitstoot van broeikasgas en de verhoging van het CO2-gehalte in de atmosfeer. Een bijzonder verhaal is dat van de veenweiden. Volgens Vellinga is oxidatie van veen - gevolg van ontwatering van de veenweiden - een van de grootste problemen waar de veehouderij mee te kampen heeft. "In Friesland komt evenveel CO2 vrij uit de veenweijden als uit het wagenpark."