Franse winkelketen biovoeding doet goede zaken

De Franse biologische winkels van Biocoop zagen hun omzet vorig jaar weer met dubbele cijfers toenemen. Biocoop is met bijna 400 filialen inmiddels in alle steden van enige betekenis te vinden.

Biocoop, en daarmee de biologische landbouw en voedingsproducten, is niet van vandaag of gisteren. Al aan het eind van de jaren zeventig streefden Franse consumenten én producenten naar biologische landbouw om zo verse producten van gegarandeerde herkomst en kwaliteit te kunnen telen én eten. Dat leidde tot de oprichting van twee regionale coöperaties, Intercoop in West-Frankrijk en Biopaïs in het Zuiden. In 1986 gingen de coöperaties op in één nieuwe organisatie: Biocoop, de eerste handelaar in biologische landbouwproducten in Frankrijk.

Biocoop presteert beter dan reguliere supermarkt

De keten telt inmiddels 383 vestigingen en draaide vorig jaar een omzet van €768 miljoen, 17% meer dan in 2014. Daarmee presteert Biocoop aanzienlijk beter dan de supermarkten als geheel, die juist 2% moesten inleveren. Biocoop draait eveneens beter dan de andere gespecialiseerde bioketen in Frankrijk, La Vie Claire, dat met 247 winkels ‘slechts’ €151 miljoen omzet draaide. Omdat vrijwel alle grote supermarkten tegenwoordig zelf ook een breed assortiment bio in de schappen hebben, komt Biocoop wat marktaandeel betreft niet verder dan 16%, terwijl de hypers en supers samen 45% van deze snelgroeiende markt in handen hebben.

Potentieel van 95% nieuwe klanten

”En de groei is er nog lang niet uit,” zegt Claude Gruffat, al 11 jaar bestuursvoorzitter, bij de presentatie van de jaarcijfers van Biocoop. ”Als je weet dat 5% van de Fransen biologisch eet, dan is er nog een potentieel van 95% aan nieuwe klanten. Er ligt nog een enorme open markt voor ons.” Bovendien is Biocoop een soort ‘self fullfiling prophecy’, denkt Gruffat. ”Iedere keer als we een nieuwe winkel openen, creëren we tegelijk een nieuwe markt en nieuwe vraag.” Naast die markt heeft Biocoop volgens Gruffat echter ook een politieke taak: ”Het gaat erom biologische sectoren in de land- en tuinbouw van de grond te krijgen.”

Wat dat betreft blijft de keten ondanks de groei dicht bij haar wortels. Biocoop wordt beleverd door een reeks coöperaties die er uiteindelijk ook eigenaar van zijn. Voorbeelden zijn Association des Producteurs de Fruits et Légumes Bio de Bretagne (APFLBB), de coöperatie van fruit-, groente- en graantelers Norabio, de coöperatie Cocebi van telers van granen, olie- en eiwithoudende gewassen in Bourgogne, de voornaamste leverancier van biologisch varkensvlees in Frankrijk Bio Direct en Le Pre Vert dat met runderen, schapen, varkens en geiten de hele veehouderij vertegenwoordigt.

Groothandelaar Rungis bevoorraadt winkels en horeca

Is Biocoop vooral kleinschalig, met korte lijnen tussen boer of tuinder en winkel, de Parijse groothandelsmarkt Rungis is vooral groot. Rungis bevoorraadt vele winkels en vrijwel de hele horeca in en rond de hoofdstad. Daar neemt de vraag naar biologische producten zo toe dat Rungis er nu een apart Pavillion Bio voor heeft geopend. In dat gebouw van 5.600 vierkante meter, dat €20 miljoen heeft gekost, werken voorlopig 7 leveranciers met namen als Di Spé Ré Bio, ProNatura en Bio’Sain. Directeur Stéphane Layani: ”Met de opening van dit biologische paviljoen laat Rungis opnieuw zien dat het zich voortdurend kan aanpassen aan de grote evoluties in de consumptie van etenswaren.”