Bijna oogstrijpe soja in Missouri, Verenigde Staten.</p> <p><em>Foto: Henk Riswick</em> AlgemeenAchtergrond

Amerikaanse agribusiness gaat GMO labelen

Na General Mills Campbell gaan ook voedingsconcerns ConAgra Foods, Kellogg en Mars hun producten met genetisch gemodificeerde ingrediënten van speciale labels voorzien. Daarmee lijkt de Amerikaanse agribusiness de strijd tegen GMO-labels op te geven.

De aanleiding ligt opmerkelijk genoeg in een politiek besluit in het nietige staatje Vermont, dat ruim 600.000 inwoners telt. Daarmee is Vermont net voor Wyoming de op één na dunst bevolkte staat van de Verenigde Staten. De Noordoostelijke staat is politiek een progressief buitenbeentje. Al decennia wordt ze in de Senaat vertegenwoordigd door de zelfverklaarde socialist, nu presidentskandidaat Bernie Sanders.

Voedingsindustrie wil gestandaardiseerde, vrijwillige labeling

De voedingsindustrie is mordicus tegen GMO-labels omdat labels consumenten het gevoel kunnen geven dat GMO blijkbaar iets is om rekening mee te houden. De industrie gaf, aangevoerd door zaadveredelaar Monsanto, tientallen miljoenen uit aan een lobby tegen de labels. De industrie is voor een gestandaardiseerde maar vrijwillige labeling, maar het Congres kwam niet in beweging.

Vermont eist labeling vanaf juli 2016

Vermont eist dat vanaf juli dit jaar producten met GMO’s worden voorzien van labels. In de eveneens dunbevolkte staten Connecticut en Maine is ook gekozen voor GMO-labels, maar onder de voorwaarde dat andere staten dit ook doen. Net als de voedingsindustrie is de politiek hier bezorgd over de onredelijke kosten die labeling voor één staat met zich meebrengt.

De bedrijven die nu kiezen voor labels, zetten hun lobby voor een gestandaardiseerde, vrijwillige labelling voort. Ze willen echter voorkomen dat hun producten straks niet meer in Vermont kunnen worden verkocht of geproduceerd.

Beheer
WP Admin