Collectief onderzoek naar seizoensgebonden gewassen zoals granen kan dit jaar alleen uitgevoerd worden als minister Henk Kamp tijdig een besluit neemt over de verbindend-verklaring. Foto: Henk Riswick AlgemeenAchtergrond

Brancheorganisaties willen actie

De nota’s voor de collectieve financiering van onderzoek voor de Nederlandse BV Land- en Tuinbouw kunnen nog niet de deur uit. Er moeten juridische, technische en administratieve hobbels genomen worden, voordat de branche- of producentenorganisaties groen licht krijgen van minister Henk Kamp (Economische Zaken). Iedereen kijkt naar de vorderingen in de akkerbouw. “Als de minister te lang wacht, gaat een jaar onderzoek verloren.”

Een productschap 2.0? Nee, benadrukte minister Henk Kamp anderhalf jaar geleden in overleg met de Tweede Kamer. We werken niet aan de oprichting van een variant op de opgeheven productschappen. Onderwerp van gesprek waren de nieuwe branche- en producentenorganisaties en de algemeen verbindend- verklaringen die de minister moet afgeven. De minister werd door SP, D66 en CDA flink onder vuur genomen. D66 en SP wilden niet eens een schaduw van de productschappen blijven zien, terwijl het CDA (met in het kielzog de SGP) liever de productschappen overeind had gehouden.

Europese eisen

Inmiddels is het stof over de afschaffing van de productschappen neergedwarreld en komen de contouren van nieuwe producenten- en brancheorganisaties naar voren. De oprichting van die nieuwe organisaties had, vanwege de Europese eisen die daaraan worden gesteld, nog enige voeten in de aarde. Maar inmiddels bestaan er organisaties voor de varkenshouderij (Producentenorganisatie Varkenshouderij, POV), Brancheorganisatie Kalversector, ZuivelNL, Ovoned (eieren), Pluimned (pluimveevlees), Brancheorganisatie Granen, Brancheorganisatie Suiker en Brancheorganisatie Aardappelen en overige producten. De organisaties hebben van de minister een erkenning tot eind 2020.

Andere sectoren zoeken nog naar mogelijkheden om tot een branche- of producentenorganisatie te komen. De brancheorganisaties voor de akkerbouw zijn onder één koepel geplaatst onder de noemer Brancheorganisatie Akkerbouw. Daarvoor is gekozen vanwege Europese regels voor de brancheorganisaties.

Klik op de iconen voor een overzicht in nieuwe branche- en producentenorganisaties, per sector.


Collectief onderzoek

De volgende stap is het opzetten van collectief ondersteund onderzoek. Daarvoor heeft minister Kamp tijdens het overleg met de Tweede Kamer de deur nadrukkelijk opengezet. Alle aandacht gaat vooralsnog uit naar de akkerbouw. Binnen de akkerbouw is er over het algemeen grote eensgezindheid over het belang van onder andere collectief onderzoek, dat door de gehele sector gefinancierd wordt. Om dat voor elkaar te krijgen, is andermaal de hulp van de minister nodig. De drie BO’s in de akkerbouw hebben een aanvraag voor een verbindend-verklaring bij de minister voorgelegd.

Op grond van Europese regelgeving moest de minister die regeling vervolgens tenminste vier weken ter consultatie voorleggen. Iedereen die dat wilde heeft tot 8 januari op het voorstel kunnen reageren. De reacties zijn de verbindendverklaring over het algemeen gunstig gezind.

Ook niet-leden van LTO en NAV moeten aangeslagen kunnen worden door de brancheorganisaties.

Minister bekijkt reacties

De minister is de reacties nu aan het bekijken voor hij een beslissing neemt. Een voorgenomen besluit legt hij eerst nog voor aan de Eerste en Tweede Kamer. Daarna kan definitief de handtekening van de minister onder de verbindend-verklaring (vaak aangeduid als AVV, algemeen verbindend-verklaring). Hoe lang dat nog duurt is ongewis.

Er zijn nogal wat juridische, administratieve en technische voetangels en klemmen die uit de weg moeten worden geruimd als de verbindend-verklaring is afgegeven.

De leden van LTO-Nederland en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond moeten vastleggen dat hun leden verplicht zijn de bijdrage aan de brancheorganisatie af te dragen. Anderzijds moet de minister regelen dat de niet-leden op dezelfde manier kunnen worden aangeslagen door de brancheorganisaties.

Juridische voetangels en klemmen

Hoe kunnen de brancheorganisatie bijvoorbeeld beschikken over de gegevens van bedrijven die geen lid zijn van LTO Nederland of de Nederlandse Akkerbouw Vakbond? Er wordt op dit moment nog gestudeerd op verschillende varianten. Een daarvan is dat akkerbouwers bij de meitelling (Gecombineerde Opgave) aangeven dat hun gegevens mogen worden verstrekt aan de brancheorganisaties. Met die toestemming kan RVO.nl de gegevens doorgeven aan de brancheorganisatie. Daar zit een technische kant aan, maar ook nog een juridische. Hoe worden bestanden van RVO.nl eenvoudig omgezet in een register voor de brancheorganisaties op basis waarvan eenvoudig nota’s kunnen worden verstuurd? Welke gegevens kan RVO.nl nu wel en niet aan de brancheorganisaties doorgeven? Kan de brancheorganisatie Akkerbouw wel beschikken over de adresgegevens van de bij RVO.nl geregistreerde ondernemers? Het zijn maar een paar van de vragen waarop het antwoord op dit moment nog niet klip en klaar is.

Niet te lang wachten

Het is de vraag of de minister moet wachten tot alle hobbels zijn genomen voor hij met zijn voornemen naar buiten komt. Als het aan de brancheorganisaties in de akkerbouw ligt, wacht hij daar niet te lang meer mee. “We hebben net deze week ons onderzoeksprogramma voor 2016 besproken”, zegt directeur Matthé Elema van de Brancheorganisatie Akkerbouw. “Als het te lang duurt voordat de minister de verbindendverklaring afgeeft, kunnen we van onze plannen steeds minder in uitvoering nemen. Je moet nu eenmaal op een bepaald moment proefvelden inzaaien. Wacht Kamp te lang, dan gaat er een jaar aan onderzoek verloren.” Elema verwacht dat dat nog wel te overzien zal zijn, maar het moet niet te lang duren.

Op langere termijn is er een veel groter belang, legt Elema uit. Als het collectief onderzoek echt niet van de grond komt, zal Nederland zijn positie als kennis- en innovatieland in de landbouw verliezen, is zijn overtuiging. Permanent onderzoek is nodig om de sector te blijven vernieuwen. Dat geldt in de akkerbouw, maar ook in de andere sectoren.

Minister van Economische Zaken Henk Kamp. Foto: ANP

Minister van Economische Zaken Henk Kamp. Foto: ANP

Sector niet kortwieken

Minister Kamp laat ook niet na dat belang te benadrukken. Hij acht producenten en brancheorganisaties cruciaal voor de sector, zeker als ze activiteiten ontplooien waar iedereen in de sector van profiteert. “Het lijkt mij onverstandig om die mogelijkheid, die heel bewust Europees is geopend, voor Nederland af te sluiten. Ik ben heel beducht om de Nederlandse agrarische sector onnodig te kortwieken. Het is een heel creatieve en succesvolle sector, die in Europees en in mondiaal verband moet opereren.”

Artikel tot stand gekomen met medewerking van Kees van Dooren, Jan Engwerda en Klaas van der Horst.

Beheer
WP Admin