Foto: ANP AlgemeenAchtergrond

Biologische verordening wordt hete aardappel op Brussels bord

De verordening voor de biologische landbouw lijkt binnen de raad van landbouwministers de spreekwoordelijke hete aardappel te worden.

Begin 2016 had Nederland de ambitie als voorzitter het dossier tot een goed einde te brengen. Dat lukte niet.

De verwachting was dat de Slowaakse voorzitter de regelgeving in gesprekken met de Europese Commissie en het Europees Parlement zou kunnen afronden. Maar ook dat lukte niet. Het dossier is nog niet rijp voor besluitvorming, was de diplomatieke conclusie aan het eind van de laatste vergadering van landbouwministers dit jaar, tot teleurstelling en ongenoegen van een deel van de lidstaten, waaronder Nederland.

Malta krijgt als volgende voorzitter van de Europese Unie nu de doorgeschoven aardappel op het bord.

Niet-toegelaten stoffen en producten

Een van de angels in het voorliggende dossier is de invoering van een drempelwaarde voor niet-toegelaten stoffen en producten. Volgens het huidige voorstel zou een product de biologische status verliezen als – om welke reden dan ook – te hoge gehalten van niet toegelaten stoffen worden aangetroffen. Nederland is daar mordicus tegen, omdat biologische producenten daardoor buiten hun schuld of medeweten met grote financiële gevolgen te maken krijgen.

Staatssecretaris Martijn van Dam heeft in overleg met zijn Europese collega’s aangegeven dat wat hem betreft de verordening de prullenbak in kan, als die drempelwaarde overeind blijft.

Malta zal als voorzitter van de raad van landbouwministers het komende half jaar het overleg met de Europese Commissie en het Europees Parlement voortzetten. Afgelopen maand leek het erop dat het Slowaaks voorzitterschap het dossier zou kunnen afronden. In het Europees parlement was al een persconferentie belegd, waarin een akkoord feestelijk kon worden gepresenteerd. Die werd op het laatste moment afgeblazen.

Omvang biologische pluimveehouderij

Als de onderhandelingen in 2017 worden voortgezet, is de drempelwaarde niet het enige waarover Nederland nog wil doorpraten. Een ander element wat Van Dam in het verkeerde keelgat schiet, is de beperking van de omvang van de biologische pluimveehouderij. Volgens de verordening zou een biologisch bedrijf niet meer dan 12.000 leghennen mogen hebben. Van Dam vindt een maximum aantal dieren per bedrijf ‘een onaanvaardbare beperking’. Veel Nederlandse biologische bedrijven zouden fors moeten inkrimpen, als die regel wet wordt.

Als het aan de Europese Commissie ligt, wordt het voorstel niet ingetrokken, hoewel een aantal lidstaten daar niet rouwig om zou zijn. Nederland hoopt vooralsnog op een snel politiek akkoord. Er moet zo snel mogelijk een eind komen aan de onzekerheid over de nieuwe regels, zegt Martijn van Dam. Maar voortzetting van de onderhandelingen is alleen zinvol als de drempelwaarde voor residuen van tafel gaat.

Beheer
WP Admin