Groot-Brittannië is al jaren de tweede exportmarkt voor ons land, na Duitsland, waarbij agrarische producten en voeding een grote plaats innemen - Foto: Mark Pasveer AlgemeenAchtergrond

Brexit zet Britse boer in de kou

De Britse premier Theresa May heeft eindelijk wat duidelijkheid geschapen over haar plannen rond Brexit. Groot-Brittannië dient uiterlijk in maart volgend jaar het officiële verzoek in om uit de Europese Unie te treden.

Londen en Brussel hebben dan precies twee jaar om de zaken te regelen, waarna de Britten in maart 2019 hun Europese biezen kunnen pakken. Het schept duidelijkheid, maar wat May verder heeft aangekondigd is slecht nieuws voor de Britse boeren.

May geeft ‘absolute prioriteit’ aan het indammen van de migrantenstroom uit de rest van Europa, met name de Oostelijke landen. De grote aantallen Polen (meer dan 800.000), Litouwers, Roemenen en hun buren die de laatste jaren naar Groot-Brittannië zijn gekomen, waren voor veel Britten de reden om voor de Brexit te stemmen. May gaat zelfs zo ver dat ze desnoods de toegang tot de Europese vrije markt opgeeft, om de migranten maar buiten de deur te houden.

Eisen van Britse boeren aan Brexit onderuitgehaald

Daarmee worden de twee voornaamste ‘eisen’ die de National Farmers Union en andere boerenorganisaties steeds stellen aan Brexit onderuitgehaald. Voor boeren en tuinders is vrije toegang tot de interne markt in de EU, waar verreweg de grootste afnemers zitten, én toegang tot Oost-Europese arbeidskrachten juist essentieel.

Maandag zei NFU-voorzitter Meurig Raymond nog ‘dat de vrije Europese markt voor ons van levensbelang is,’ terwijl de NFU al tijden ook roept dat een deel van de tuinbouw zal moeten stoppen als er in het seizoen geen migranten mogen werken. “Dan moet je maar Britten zoeken, misschien zit het probleem wel in de lage betalingen,’’ reageert minister voor plattelandszaken Andrea Leadsom daarop.

Voorlopig hek met quota en tarieven tussen EU en Groot-Brittannië

Zelfs als de Britten er in slagen toch toegang tot de rest van Europa te houden, bijvoorbeeld door concessies te doen, dan nog dreigt een gat van enkele jaren waarin dat niet het geval zal zijn. In de twee jaar dat er over Brexit gaat worden onderhandeld, moeten duizenden en nog eens duizenden zaken worden geregeld.

Zeker Brussel zal er in die tijd weinig voor voelen de vertrekkende Britten van dienst te zijn door meteen over vrije handel te praten. Londen stelt weliswaar dat de Britse markt zo belangrijk is voor de rest van Europa dat Brussel wel zal moeten toegeven, maar Brussel lijkt steeds minder geneigd de Britten ook maar een haar toe te geven. Dat zou betekenen dat niet alleen de Britten in 2019 voorlopig een hek – met mogelijk quota en tarieven – rond de vrije EU-markt zullen aantreffen, maar dat andersom ook de andere Europeanen hetzelfde probleem hebben op de Britse markt.

Ook zeer slecht nieuws voor Nederlandse landbouw

Dat laatste is ook buitengewoon slecht nieuws voor de Nederlandse landbouw en voedingsindustrie. Groot-Brittannië is al jaren de tweede exportmarkt voor ons land, na Duitsland, waarbij agrarische producten en voeding een grote plaats innemen. Net voor het Britse referendum meldde het CBS dat de export van in Nederland geproduceerde goederen naar de Britten goed is voor 1,4% van het BNP.

Rabobank stelt in een nieuw rapport dat de groei in de vaderlandse economie vertraagt door de Brexit-krimp in Groot-Brittannië. Misschien dat het daarom tijd wordt voor Den Haag om de druk op de Britten van deze kant van de Noordzee om tijdig water in de wijn te doen, toch wat op te voeren.

Beheer
WP Admin