AlgemeenAchtergrond

Romijn: ‘De impact van fosfaatrechten is enorm’

Pijn doet het voornemen van staatssecretaris Dijksma om fosfaatrechten in te voeren voor de melkveehouderij, weet Kees Romijn, LTO-vakgroepvoorzitter Melkveehouderij. “De emoties zijn groot in de sector.”

Romijn wordt naar eigen zeggen geleefd deze dagen. Dagelijks wordt hij gebeld door bezorgde melkveehouders. Jonge boeren die net samen met hun ouders de oude, versleten stal hebben vervangen voor een nieuwe, gebouwd op de toekomst met de bedoeling de komende jaren uit eigen opfok door te groeien. Ondernemers die in 2014 getroffen zijn door ziekte en daardoor heel ongunstig uitkomen met het referentiejaar.

Zorgen

Melkveehouders met een onderbezette stal en zich zorgen maken over de details van de regeling en het perspectief van hun bedrijf. Tegelijk zijn er ook stoppers die nu uitzicht hebben op een financiële meevaller. Romijn: “De impact van fosfaatrechten op bedrijfsniveau verschilt enorm. We wisten dat tien tot twintig procent groei van de melkveehouderij mogelijk moest zijn, mits melkveehouders efficiënter zijn met fosfaat. Dit voorjaar kregen we echter de voorlopige cijfers 2014. Daaruit bleek een toename van het aantal koeien, maar de fosfaatefficiëntie was verslechterd. Dijksma heeft de sector toen de vraag gesteld of de sector dat kon bijsturen. De zuivelindustrie besloot daarop de Kringloopwijzer per januari 2016 te verplichten voor alle melkveehouders. Ook het voerspoor is aangescherpt. Tegelijk kwamen we met elkaar tot de conclusie dat alleen deze maatregelen niet voldoende zouden zijn.”

Confrontatie met ZLTO

De boeren in het Zuiden deelden de conclusie dat productiebeperkende maatregelen noodzakelijk zijn, aanvankelijk niet. ZLTO wilde melkveehouders meer tijd geven zelf maatregelen te nemen. Het Zuiden kent relatief de meest intensieve melkveehouderijen. Zij werken al langer met de Kringloopwijzer-BEX en kennen de mogelijkheden van het instrument om te sturen op fosfaat. Daarbij zijn de intensieve melkveebedrijven nog bezig met het verwerken van de nieuwe grondgebondenheidsregels.

Romijn: “Deze groep melkveehouders wordt nu twee keer hard geraakt in korte tijd. Na stevige discussies binnen LTO zijn we van de gedachte afgestapt dat enkel efficiëntiemaatregelen voldoende zijn om fosfaatrechten te voorkomen. Immers elke procent fosfaatreductie zal een melkveehouder direct om zetten in meer dieren. De ambitie van de melkveehouderij is structureel groter dan het milieu toestaat.”

Rem op groei onvermijdelijk

De rem op groei is nodig ondanks de groeiende vraag naar Nederlandse melk in binnen- en buitenland. Volgens Romijn was het bekend dat als de veestapel zou gaan groeien, het milieu het eerste knelpunt zou worden. “Dit najaar stuurt de Nederlandse overheid de fosfaatproductiecijfers 2014 naar Brussel. Toen zaten we nog net onder het fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo, de derogatie is daarmee voor volgend jaar veilig gesteld. Maar in 2016 krijgt Brussel de fosfaatproductiecijfers van 2015. De fosfaatproductie 2015 zal groter zijn door van de veestapel. Brussel zal zich dan genoodzaakt voelen om maatregelen te nemen tegen Nederland. Daar willen we niet op wachten. Ook omdat in dezelfde periode de onderhandelingen starten voor de nieuwe derogatie als onderdeel van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn.”

Derogatie nodig

Derogatie is heel belangrijk voor de Nederlandse veehouderij. 800.000 hectare in Nederland kan onder de derogatie vallen. “Als we geen derogatie krijgen, dan vervallen deze hectares als mestplaatsingsruimte voor de veehouderij. Dan moeten we nog veel meer mest afvoeren dan we nu al doen, stijgen de mestafzetkosten nog veel harder dan ze dit jaar al deden en moeten boeren meer kunstmest aanvoeren.”

Nieuwe coöperatievormen zijn nodig

Romijn noemt de fosfaatrechten ‘het minst slechtste’ alternatief voor dierrechten. “Met fosfaatrechten heeft een melkveehouderij tenminste nog de mogelijkheid heeft om zelf te sturen op fosfaat met de Kringloopwijzer en daarvoor wordt beloond. Maar aan elke keukentafel doet deze beslissing van Dijksma pijn. Melkveehouders keken reikhalzend uit naar de afschaffing van het melkquotum. Nu wordt de sector weer beperkt door een nieuw slot. Deze maatregel heeft consequenties voor het voortbestaan van het hele bedrijf. Dat geeft veel onzekerheid bij boeren. Het is nog niet te overzien wat het systeem betekent voor de rendabiliteit van de bedrijven. Dat moet de komende maanden duidelijk gaan worden.”

Stijging in kostprijs

Door invoering van de fosfaatrechten zal de kostprijs van melkveehouders mogelijk gaan stijgen. Romijn: “Wat een melkveehouder voorheen kwijt was aan quotumkosten, smeert hij straks uit over fosfaat, grond en mestverwerking. De grondprijs zal stabiliseren en de extra kosten voor fosfaatrechten deels compenseren. Tegelijk moeten we werken aan een nieuw evenwicht in de mestmarkt. Dat kan alleen met mestverwerking en -export. Het zou goed zijn als melkveehouders meerjarige VVO-contracten afsluiten met varkenshouders zodat zij kunnen investeren in mestverwerking en met akkerbouwers voor de mestafzet. Nieuwe coöperatievormen zijn nodig.”

Onbenutte grond

De melkveehouders met groep is het meest teleurgesteld omdat zij de latente ruimte op grond niet zonder meer kunnen benutten. De groep melkveehouders die de stal al redelijk vol hebben en relatief weinig zijn gegroeid, zullen de minste hinder ondervinden van de fosfaatrechten. De categorie melkveehouders met stalruimte over is het grootste in kilo’s fosfaat. De extensieve bedrijven roeren zich het meest en willen een uitzonderingspositie.

“Melkveebedrijven met veel grond willen hun latente ruimte benutten, zonder fosfaatrechten. We zijn binnen LTO in overleg hoe hier mee om te gaan. Feit is wel dat als extensieve bedrijven worden bevoordeeld, andere melkveehouders fosfaatrechten moeten inleveren. Daarbij hebben extensieve bedrijven al een ander voordeel: omdat zij veel grond hebben, hoeven zij niet te investeren in mestverwerking. Zij kunnen dus makkelijker investeren in fosfaatrechten.”

Generieke korting en knelgevallen

De komende drie tot zes maanden gaan de sectorpartijen – LTO, NAJK, ZuivelNL en NMV – opnieuw met het ministerie om de tafel om het stelsel van fosfaatrechten verder uit te werken. 

Vast staat dat Dijksma de fosfaatproductie terug wilt brengen op het niveau van 2014. Daarvoor is mogelijk een generieke korting nodig, verwacht Romijn. “Ik zie het liefst een systeem van afroming bij transacties. Bijvoorbeeld een melkveehouder verkoopt 100 procent van zijn fosfaatrechten, de koper kan slechts 80 of 90 procent benutten. Mogelijk wordt de peildatum gebruikt om de harde groeiers in 2015 strenger te korten. Maar we moeten er rekening mee houden dat we misschien niet ontkomen aan een eenmalige generieke korting.”

Knelgevallenregeling

Een ander punt wat de komende maanden nog uitgewerkt moet gaan worden is een knelgevallenregeling. Veel boeren doen bij voorbaat al een beroep op zo’n regeling, merkt Romijn. “Iedere melkveehouder vindt zichzelf momenteel een knelgeval. Toch moeten we het aantal knelgevallen zien te beperken, want ook die rechten moeten op andere boeren worden verhaald. Melkveehouders waarvoor het referentiejaar 2014 ongelukkig uitvalt, bijvoorbeeld door ziekte of brand, zullen tegemoet worden gekomen.”

Verhandelbare fosfaatrechten

De fosfaatrechten worden binnen de sector verhandelbaar, maar de voorwaarden zullen de komende maanden duidelijk worden. Romijn: “We willen een systeem van zo goedkoop mogelijke fosfaatrechten, vrij van speculaties en vrij verhandelbaar. Om transparante handel te bevorderen, lijkt een beurs een goed idee, beheerd door RVO.nl of door de sector zelf.”Romijn vindt het belangrijk dat melkveehouders tussentijds hun resultaat in de Kringloopwijzer kunnen bijhouden. Nu gebeurt dat alleen achteraf. Grondgebonden wordt naar mijn idee geen handelsvoorwaarden.”

Uitruilen niet mogelijk

Dijksma heeft gezegd dat de fosfaatrechten niet uitgeruild kunnen worden met varkens- of pluimveerechten. LTO heeft gezegd het daar mee eens te zijn. Romijn: “Binnen LTO hebben we afgesproken dat niet te willen. Dat respecteer ik.

Melkveehouders gaan niet over de varkensrechten. De melkveehouderij wacht met belangstelling mogelijke voorstellen van de varkenshouderij hierover af. Het kan een oplossing zijn voor beide sectoren om de rechten volledig of tijdelijk uitwisselbaar te maken.”

‘Niet willen ruilen’

Volgens Romijn zijn melkveehouders nu iets vrijer dan in het melkquotumtijdperk. “We zijn nu iets vrijer omdat een melkveehouder met fosfaatrechten de mogelijkheid heeft zich in te verdienen door te sturen op fosfaatefficiëntie.”

Romijn spreekt in Brussel regelmatig melkveehouders en boerenbelangenbehartigers uit andere Europese landen. “Zij blozen bij de ambitie van de Nederlandse melkveehouderij. De meeste EU-landen krijgen ook belemmeringen opgelegd voor groei van de veestapel om het milieu te beschermen. In Denemarken gelden minstens zo strenge milieuregels. Engeland heeft veel problemen in de zuivelketen. Ierland wil heel hard groeien, maar moet de exportmarkten nog ontwikkelen. Het voordeel van Nederland is dat onze zuivelketen heel erg sterk is georganiseerd. We klagen wel makkelijk, dat zit in onze genen. Maar ik zou in geen ander Europees land willen melken.”

Lees alles over fosfaatrechten.

Beheer
WP Admin