AlgemeenAchtergrond

Grondleggers: ‘Met alleen handwerk hadden we nooit zo’n hoge productie kunnen halen’

In hun jeugd was het meeste werk nog handwerk. Toen ze zelf boer werden, gingen ze specialiseren, uitbreiden en mechaniseren. Ze werden zo de grondleggers van de huidige agrarische bedrijfsvoering. Zo ook Ad Wijnen.

Strakke varkensstallen met zonnepanelen, een ruim erf, royale opslagloodsen en een modern machinepark. Ad Wijnen is er trots op. Wat hem betreft is het bedrijf toekomstbestendig. “Als dit niet kan, dan kan er niks.”

De omvang is nu een stuk groter dan in zijn jeugd. De ouderlijke boerderij stond verderop, dichter bij het dorp. Er waren vijf melkkoeien, jongvee, wat pluimvee, bieten,  aardappelen en een stuk tuinbouw.

Ad was enig kind en zogezegd een latertje. Zijn ouders dachten lang dat ze kinderloos zouden blijven toen onverwacht Ad onderweg was. Om hem een idee van een gezinsleven te geven, stuurden ze hem op zijn 13e naar kostschool. Op zijn 16e kwam hij terug naar huis waar hij hard nodig was. Via de lagere landbouwschool en aanvullende cursussen, spijkerde hij zijn agrarische kennis bij.

Militaire dienst

Toch kwam er nog een kink in de kabel toen hij in militaire dienst moest. Hij werd gestationeerd bij de BB, de Bescherming Burgerbevolking. Dat kwam niet erg gelegen. “Ik sprak met mijn moeder af dat ze zou bellen dat er zogenaamd een koe moest kalven. Dan moest ik wel naar huis. Die truc hebben we drie keer herhaald. Toen hoefde ik niet meer terug te komen bij de BB en kon thuis aan het werk.”

Van koeien naar varkens

Varkens houden was goede business in die tijd. Ad wilde dat wel eens uitproberen en kocht twee keer 33 biggen. Die mestte hij af in een lege kippenschuur. “Per varken maakte ik 100 gulden winst!”

Dat hield hij in zijn achterhoofd toen hij in 1965 het bedrijf overnam. Het geheel was erg versnipperd, de meeste grond lag ver van huis. “Ik moest elke dag een eind weg om de koeien in de wei te melken. Toen mijn vrouw hoogzwanger was en de laatste weken rust moest houden, vond ik het geen fijn idee dat ik niet in de buurt was. Ik nam een radicaal besluit en verkocht de koeien. Mijn vader vroeg: wat nu? Toen begon ik met varkens.”

Automatiseren zodra het kon

Ad zette, mede met de winst van zijn biggen, voor 10.000 gulden een stal voor 110 vleesvarkens. “Zoiets massaals, dat was ongekend. Met bussen vol kwamen er mensen naar kijken.” Van automatisering was echter nog geen sprake. Voeren ging met de hand en uitmesten ook. De varkens zaten op stro dus dat was een heel karwei. Al snel volgde een tweede stal voor 180 varkens.

Intussen was de roostervloer ontwikkeld, en een vijzelsysteem om de droogvoerbakken automatisch te vullen. Als het om automatiseren ging, was Ad er vlug bij. Brijvoer verstrekken? Zodra het automatisch kon, deed hij het.

[([002_rb-image-1769566.jpeg]:inzetgroot)]

In Ads jonge jaren was het boerenwerk nog vrijwel volledig handwerk. Zijn vader moest de stallen nog met de mestvork en de kruiwagen uitmesten.

Uitbreiding

Elke maandag gingen er vijf koppels slachtrijpe varkens weg. Hoogstpersoonlijk reed Ad ze naar slagers in de buurt. Grote slachterijen waren er al wel, zoals de Veecentrale in Boxtel. “Maar daar deden we niks mee. Ik had altijd het gevoel dat ze die varkens slachtten en de boeren erbij.”

Ad breidde zijn varkenshouderij verder uit. “Als je er goed mee verdient, krijg je er steeds meer lol in.” Voor het bouwen van de stallen, klopte hij niet aan bij de bank. “De eerste keer dat ik daarheen ging, was om belasting te betalen. Geld lenen, dat dééd je niet. Maar terugkijkend was lenen wel gunstig geweest. Wie het meeste schuld had, heeft het achteraf gezien het best gedaan.”

[([003_rb-image-1769568.jpeg]:inzetgroot)]

Het bedrijf was vroeger kleinschalig en gemengd. Er waren destijds nog wat melkkoeien. Ook het melken ging met de hand.

Ruilverkaveling

Wat voor zijn bedrijf een geweldige boost betekende, was de ruilverkaveling. Tot 1983 was het rond Hoeven een groot open gebied dat opgedeeld was in heel veel kleine perceeltjes. “Een stuk van een hectare was zeldzaam.” Het idee van de ruilverkaveling was dat alles op de schop ging en er vooral veel melkveebedrijven zouden komen. Daar bleek echter geen animo voor. “Toen werden wij benaderd of we wilden verhuizen. Men beloofde veel moois zoals subsidie voor de bouw van een varkensstal en bij inbreng van minimaal 20 ha. eigen grond kreeg je 10 ha. extra in erfpacht.” Zo’n aanbod kon Ad niet weigeren. Hij verhuisde en vroeg subsidie aan om voor 2.000 vleesvarkens te bouwen. Maar de vergunning kreeg hij niet en de 10 ha. erfpacht zijn er ook nooit gekomen, ondanks de procedures die Ad erover aanspande.

[([004_rb-image-1769570.jpeg]:inzetgroot)]

Het ouderlijk bedrijf had naast vee ook een stukje tuinbouw en wat akkerbouw. Voor klussen als ploegen en zaaien waren paardgetrokken werktuigen.

‘Ons Fendtje’

De verhuizing leidde echter wel tot een aanpassing in de bedrijfsvoering. “Op de zware kleigrond hier wilde het met tuinbouw niet meer lukken.” Ad schakelde over op akkerbouw. “Ik begon met een tweeschaar ploeg, een trekker van 60 pk en twee wagens met luchtbanden.” Dat trekkertje is er nog, Ad heeft het bijna liefkozend over ‘ons Fendtje’ dat wordt ingezet als verpleegtrekker. Voor het zware werk zijn er Fendt trekkers van 100, 120, 150 en recent zelfs van 220 pk.

[([005_rb-image-1771114.jpeg]:inzetgroot)]

Meer meters maken in minder tijd kon toen de trekker zijn intrede deed. Ad leerde er rap mee rijden. Jaren later kocht hij voor zichzelf een Fendt van 60 pk. Die heeft hij nu nog.

Ontwikkeling van gewasbeschermingsmiddelen

Hij maakte meer ontwikkelingen mee zoals de opkomst van gewasbeschermingsmiddelen. “Bij ons lag een proefveld waar de fabrikant van dergelijke middelen onderzoek deed. En dan bleek het toch niet te werken. Het onkruid werd wel een meter hoog en dat moesten wij er dan alsnog met de hand uitrekken.”

Het was een zoektocht naar werkzame stoffen. Wat werkte en hoeveel was er nodig? “Ik volgde een spuitcursus, want in het begin wisten we er niets van. Ik zie nog onze buurman voor me die zijn aardappelen zou spuiten met koper. Dat loste hij op in een emmer water en mengde het met zijn blote handen. Die veegde hij daarna af aan zijn overall en draaide vervolgens een sjekkie. Hij is nu 86 en leeft nog steeds.”

[([006_rb-image-1771116.jpeg]:inzetgroot)]

Ad was enig kind. Om een idee te krijgen van een gezinsleven moest hij intern naar kostschool. Tussen de 1.000 kinderen had de verlegen Ad het zwaar maar hij redde het toch.

Trammelant met regels

Vrijwel alle ontwikkelingen waren positief, aldus Ad. Maar wat hem stoort, is de toegenomen regelgeving. “Als ik van mijn schoondochter hoor wat een trammelant ze heeft met de gecombineerde opgave dan denk ik: we zijn doorgeslagen. En neem de welzijnsregels. Vleesvarkens moeten steeds meer ruimte hebben, maar of ze nu op 0,5 of één vierkante meter liggen, ze kruipen toch tegen elkaar aan. Dus wat is het nut?”

[([007_rb-image-1771120.jpeg]:inzetgroot)]

Het bedrijf waar alles begon. Zijn ouders hadden er vijf melkkoeien, jongvee, wat pluimvee, bieten, aardappelen en een stuk tuinbouw.

Automatisering is goed geweest

Zijn ergernis over de toenemende regeldruk is aanzienlijk. Maar de allergrootste verandering die de landbouw meemaakte, zit hem toch niet in extra regels. “De grootste verandering was de automatisering. Vroeger liepen dagelijks tientallen mensen naar boerderijen om er te werken. Kijk nu eens om je heen, hoeveel mensen zie je?”

Triest is hij daar niet over, hij denkt dat het goed is geweest. “Met alleen mensenhanden hadden we nooit zo’n hoge productie kunnen halen als nu.” Dat de prijzen intussen gedaald zijn en de kosten gestegen, vindt hij zorgelijk. “De risico’s zijn nu zoveel groter dan vroeger. Het is net als met skiën: je bent heel snel beneden maar het duurt lang voor je weer boven bent.”

[([008_rb-image-1771122.jpeg]:inzetgroot)]

Het huidige bedrijf waar zijn zoon en schoondochter nu 4.200 vleesvarkens en 130 ha. akkerbouw runnen.

Schaalvergroting zet verder door

De marges worden steeds kleiner en daarom denkt Ad dat de schaalvergroting verder door zal zetten. “Hoezo kan dat niet steeds maar doorgaan? Vroeger betaalden we vier gulden voor een meter grond en kon het niet uit. Nu is het zeven euro en het kan nog steeds niet uit. Maar het gebeurt wel.”

In 2007 namen zijn zoon en schoondochter het bedrijf over. “Als ze het niet hadden gewild, was het ook goed geweest. Maar dat ze het toch deden, geeft mij veel voldoening. Want het bedrijf is toch een beetje mijn levenswerk.”

Meedoen aan deze rubriek of iemand opgeven? Mail: margreet.welink@reedbusiness.nl of schrijf naar postbus 4, 7000 BA, Doetinchem.

Beheer
WP Admin