AlgemeenAchtergrond

Bunge lijkt toch geen kandidaat overname Tate & Lyle

Doetinchem – Agriconcern Bunge deed recent een grote overname in Canada en investeert in Australië; de laatste grote akkerbouwgebieden waar Bunge matig aanwezig was. Het bedrijf richt zich even niet op grote deals. Tate & Lyle lijkt voorlopig veilig.

Het gaat financieel goed met agriconcern Bunge. De Amerikaanse onderneming boekte het afgelopen kwartaal een nettowinst van $ 249 miljoen (€ 221 miljoen), tegen een verlies van $ 27 miljoen een jaar eerder. De omzet daalde door de lagere prijzen voor graan en soja met 20 procent tot omgerekend € 9,6 miljard. Het bedrijf behaalde vooral sterke marges met het verwerken en exporteren van soja.

Bunge telt vier divisies: agribusiness, voeding en ingrediënten, suiker en bio-energie en kunstmest. De agribusinessdivisie geldt als kloppend hart van de onderneming. De divisie is actief in de productie, logistiek, handel en primaire verwerking van granen en oliezaden. De divisie sloeg een belangrijke slag: Bunge maakte recentelijk bekend samen met een Saoedisch investeringsfonds een meerderheidsbelang te kopen in de Canadian Wheat Board (CWB).

De CWB had van 1935 tot 2012 in Canada het monopolie op inkoop van tarwe en gerst. Met de overname kan Bunge een groot gat in zijn immense wereldwijde netwerk te vullen. Eerder investeerde het Amerikaanse graanhandelsconcern al fors in graanopslagen en exportfaciliteiten in Australië om zodoende de Chinese markt beter te kunnen bedienen. Met de investeringen in Canada en Australië is Bunge ‘erg dicht bij het vervolmaken van een wereldwijde voetafdruk’, aldus topman Soren Schroder.

De concurrentie zit ook al niet stil. Marktleider Cargill is permanent in beweging en ADM kocht onlangs voor € 240 miljoen Tate & Lyle uit een groot deel van een joint venture voor de productie van zoetstoffen. Glencore kondigde onlangs aan te zoeken naar overnamepartners in Noord-Amerika en het Chinese Cofco kocht eerder het Rotterdamse Nidera.

Tate & Lyle

Maar Bunge richt zich volgens Schroder voorlopig op het uitbouwen van de nieuw verworven bezittingen en kleinere overnames. Onder klein verstaat de topman overnames die niet meer kosten dan $ 600 miljoen (€ 534 miljoen). Daarmee lijkt Bunge definitief niet in de race voor overname van Tate & Lyle, een Britse producent van voedingsingrediënten. Bunge werd eerst in 2011 en ook in februari nadrukkelijk aan Tate & Lyle gelinkt. En dat is niet voor niets. Bunge lijkt de meest logische koper voor het Britse bedrijf.

Naast een wereldwijde aanwezigheid ligt de focus van de grote handelsbedrijven op het toevoegen van meerwaarde. De grondstoffenhandel is beweeglijker geworden en hoewel dat op zichzelf meer momenten biedt forse marges te behalen, nemen risico’s evenzogoed sterk toe. Het toevoegen van bedrijven die dieper in de verwerking zitten en minder zijn blootgesteld aan beweeglijke grondstoffenmarkten is dus een strategische keuze die voor dit type bedrijven voor de hand ligt.


Bunge zelf verkocht zijn suikerbusiness en zoekt naar mogelijkheden te diversifiëren. Tate & Lyle maakte eerder een transformatie door van suikerbedrijf naar een bedrijf dat onder meer zoetstoffen en andere ingrediënten maakt. De marktkapitalisatie ligt op $ 4,2 miljard (€ 3,7 miljard). Daarom lijkt overname vooralsnog geen optie voor Bunge. Tenzij de opmerking van Schroder een afleidingsmanoeuvre is. In 2008 probeerde Bunge vergeefs een vergelijkbaar bedrijf, Ingredion, over te nemen.

Tate & Lyle zou Bunge zestien fabrieken voor maisverwerking opleveren, een serie ingrediëntenfabrieken en vijftien R&D-faciliteiten. Voor Bunge is maisverwerking zeer interessant; het is zo’n gebied waar het bedrijf uit de staat New York relatief zwak staat ten opzichte van de concurrentie. Daar komt bij dat Tate & Lyle voor Amerikaanse overnamekandidaten door een flinke waardedaling van het pond ten opzichte van de dollar plotseling een stuk goedkoper is geworden dan een jaar geleden het geval was.

Tate & Lyle heeft bovendien alweer een behoorlijke tijd investeerders teleurgesteld. Aandeelhouders zouden daarom best openstaan voor een deal. Als Bunge echt afhaakt, gaat de blik naar andere partijen. Cargill zou een optie zijn, maar komt door zijn omvang al snel in mededingingsproblemen.

Beheer
WP Admin