AlgemeenAchtergrond

‘Zon wordt de grootste energiebron’

Duurzame energie heeft de wind mee. En er kan nog veel meer, aldus Hans van den Boom van Rabobank. Op naar de energieneutrale boerderij.

Als iemand weet hoe de biogassector in Nederland er financieel voor staat, dan is dat Hans van den Boom. Hij is sectormanager duurzame energie bij Rabobank Nederland. Als specialist van de belangrijkste financier van duurzame energie in Nederland kent hij zo’n beetje alle biogasondernemers persoonlijk.

Mestvergisting minder kansrijk

Nederland telt nu 101 agrarische biogasinstallaties. Dat aantal zal niet groeien, verwacht Van den Boom. Mestvergisting, heette het tien jaar geleden vaak nog. Maar het belang van mestcovergisting voor de biogasproductie is sterk afgenomen in de loop van de jaren, constateert Van den Boom. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen.

Ten eerste bevat mest zelf weinig energie. Een kuub mest levert 25 kuub biogas; een kuub cosubstraat al snel 200. Je hebt dus relatief grote volumes nodig en dat maakt de mestvergister relatief duur. Een andere oorzaak is de mestwetgeving. Door toevoeging van andere energierijke grondstoffen vergroot je de hoeveelheid dierlijke mest, want alles wat uit een mestvergister komt staat te boek als dierlijke mest, waarvoor dure afzet nodig is.

Hans van den Boom, sectormanager duurzame energie bij Rabobank Nederland over mestverwerking en mineralenconcentraat: "Je moet het eindproduct maken waar de markt om vraagt. Nu is nog te vaak gedacht vanuit het mestprobleem."

Hans van den Boom, sectormanager duurzame energie bij Rabobank Nederland over mestverwerking en mineralenconcentraat: “Je moet het eindproduct maken waar de markt om vraagt. Nu is nog te vaak gedacht vanuit het mestprobleem.”


Foto: Koos Groenewold

 

Afzet van digestaat

Er zijn nog meer redenen waarom mestvergisting niet meer heel kansrijk is, aldus Van den Boom: de afzet van digestaat. Het restproduct dat overblijft na vergisting laat zich minder goed verwerken tot exportwaardige dikke fractie dan drijfmest. Dat komt doordat de structuurrijke delen verdwijnen tijdens de vergisting, waardoor het eindproduct stroperiger is en zich minder makkelijk laat scheiden in een dikke en een dunne fractie.

Grondstofkosten dit jaar iets lager

Uit een benchmark (een vergelijking van de resultaten) van biogasinstallaties door Rabobank, blijkt dat het vooral de grondstofkosten zijn die het verschil maken voor vergisters. Afgelopen jaren waren energierijke grondstoffen gewild en duur. Daarom weken biogasondernemers uit naar goedkopere, maar vaak ook minder energierijke grondstoffen. De mais maakte plaats voor bermgras, mogelijk dankzij verruiming van de lijst met toegestane grondstoffen. Dit had ook tot gevolg dat het aantal uren waarop de installaties op volle capaciteit draaiden, daalde.

“Mais is eigenlijk een te hoogwaardige grondstof om te vergisten.”

Maisvergisting te duur

Volgens Van den Boom wordt er nog amper mais vergist in Nederland. Te duur. Het omslagpunt ligt volgens hem bij circa €35 euro per ton mais. Afgelopen jaar lagen de prijzen vaak hoger. Uit het oogpunt van duurzaamheid noemt hij dat overigens een gunstige ontwikkeling. “Mais is eigenlijk een te hoogwaardige grondstof om te vergisten.”

De grondstofkosten stegen van gemiddeld €7,3 cent per kilowattuur in 2009 naar een piek van €9,2 cent in 2013 en 2014. De grondstofkosten dalen dit jaar licht naar €8,5 cent. Andere kosten, zoals die voor investering en onderhoud, variëren weinig over de jaren, zo blijkt.

Enkele jaren geleden was het ronduit crisis in de biogassector. De situatie is nu gestabiliseerd, mede dankzij de warmtebonus die mogelijk is op de subsidie. “Die anderhalf tot twee cent maakte net het verschil voor veel ondernemers.”

‘Helft zal stoppen, vermogen blijft stabiel’

De komende jaren worden spannend. Voor veel installaties loopt de tienjarige subsidieperiode af, dus staan deze ondernemers voor de vraag of ze voor verlenging gaan. Daarvoor is vaak opnieuw een forse investering van tonnen nodig. Van den Boom verwacht dat de helft van de ondernemers zal besluiten te stoppen, of een andere exploitant zal zoeken. Omdat dit vooral de kleinere installaties zijn en er ieder jaar nog enkele nieuwe vergisters bijkomen, verwacht hij dat het opgesteld vermogen ongeveer gelijk zal blijven.

“We hebben een mestoverschot en blijven tegelijk tóch kunstmest strooien.”

Mineralenconcentraat

Erkenning van mineralenconcentraat als kunstmestvervanger is erg belangrijk, vindt Van den Boom. “We hebben een mestoverschot en blijven tegelijk tóch kunstmest strooien.” Toch komt van zijn kant geen keihard pleidooi voor erkenning van wat er nu is. “Je moet het eindproduct maken waar de markt om vraagt. Nu is nog te vaak gedacht vanuit het mestprobleem.”

De huidige concentraten bevatten nog erg weinig stikstof en kali; 7-10  kilo’s N per ton. Dat brengt hoge transportkosten met zich mee en dus een beperkte afzetmarkt. Met nieuwe technieken zijn gehaltes van 60 tot 80 kilo per ton mogelijk. “Het is en blijft belangrijk om vanuit de markt te blijven denken, zo ook met de afzet van dikke fractie. Akkerbouwers vragen betrouwbare en stabiele producten. Het is niet voor niets dat de akkerbouwers in Frankrijk de voorkeur geven aan gecomposteerde dikke fractie van gemengde mest.”

Toekomst in zon en wind

De toekomst ligt dus in zon en wind. Vooral de eerste is veelbelovend. Van den Boom durft de stelling aan dat in 2075 zonne-energie groter is dan fossiele energie. “Zon wordt de grootste energiebron.” De groeipotentie is zo groot dat niet alleen meer wordt gekeken naar geschikte daken. De nieuwe trend is zonneparken, ofwel akkers vol panelen. Energietechnisch is dat gunstig.

Een hectare mais levert via een vergister 25.000 kWh; een hectare zonnepanelen maar liefst 700.000 kWh. Dat vraagt dan wel een investering van €750.000. En zonder subsidie kan zonne-energie ook nog niet. Van den Boom: “Grootverbruikers hebben een tarief van €7 cent per kWh, daarvoor kun je nog lang geen zonne-energie produceren.”

'Zon wordt de grootste energiebron'



Foto: Ton Kastermans Fotografie

 

Evaluatie salderingsregeling in 2017

In Nederland komen de eerste parken schoorvoetend van de grond. Volgens Van den Boom zijn er diverse agrariërs met serieuze plannen voor parken van 1 tot 10 hectare.

Zonne-energie voor kleinverbruikers kent één lastig punt: de salderingsregeling wordt in 2017 geëvalueerd. Die is alleen van belang voor kleinverbruikers. Hij hoopt op beperkte aanpassing en een overgangsregeling. De huidige onzekerheid remt de groei van zonne-energie bij kleinverbruikers.

Energieneutrale boerderij

Naast energie-opwekking zijn er nog altijd veel mogelijkheden op het gebied van energiebesparing en hergebruik, met name als het gaat om het gebruik van warmte. “Een ondergeschoven kindje”, noemt Van den Boom deze categorie duurzame energie. Hij noemt warmtepompen, opslag en terugwinning van warmte dan wel koude in de bodem. “Hier is nog heel veel mogelijk, vooral in de veehouderij. We kunnen zonder meer naar een energieneutrale veehouderij.” Daarin wordt alle warmte hergebruikt en is alleen stroom nodig voor het aansturen van de slimme installaties die dat mogelijk maken. “En die stroom komt dan van de zonnepanelen op het dak.”

Beheer
WP Admin