AlgemeenAchtergrond

Boeren verdeeld over uitwisseling fosfaat- en varkensrechten

Boerderij peilde 332 veehouders over de discussie over de productierechten voor pluimvee, varkens en de in te voeren fosfaatrechten voor de melkveehouderij.

Met een online-enquête heeft Boerderij gepeild hoe veehouders denken over de invoering van fosfaat-, varkens- en pluimveerechten en een eventuele uitwisseling daarvan. Is het wenselijk dat de dierrechten voor varkens en pluimvee uitwisselbaar worden met de nieuwe fosfaatrechten voor melkvee? De boeren reageren verdeeld.

Invoering fosfaatrechten

De mestproductie van de veehouderij mag in Nederland niet verder groeien. Brussel legde Nederland een fosfaatplafond op. De hoeveelheid fosfaat uit dierlijke mest mag niet boven de Brusselse limiet uitkomen. De varkens- en pluimveehouderij zijn al jaar en dag begrensd met productierechten per dier. Voor de melkveehouderij gaat een ander systeem gelden dat direct stuurt op de fosfaatproductie: fosfaatrechten. Aan de invulling van het stelsel wordt nog gewerkt. De invoering ervan moet plaats vinden per 2016.

Verhandelbare fosfaatrechten

De afgelopen week is de enquête 345 keer ingevuld; daarvan zeggen 332 deelnemers (96 procent) veehouder te zijn. 48 procent is melkveehouder, 18 procent varkenshouder, 16 procent heeft een pluimveehouderij en 14 procent een gemengd bedrijf.

Het leeuwendeel van de respondenten (67 procent) meent dat de in te voeren fosfaatrechten straks vrij verhandelbaar moeten zijn. 29 procent vindt van niet en 4 procent heeft geen mening.

Daarentegen is een krappe meerderheid (57 procent) tegen het centraal beheer van fosfaatrechten via een fosfaatbank of een soortgelijk systeem. 36 procent vindt dit juist een goed idee. 7 procent heeft geen mening.

Varkens- en pluimveerechten

Een ruime meerderheid (70 procent) van de deelnemers antwoord positief op de vraag of het systeem van varkens- en pluimveerechten moet blijven bestaan. 23 procent ziet de dierrechten voor de intensieve veehouderijsectoren het liefst verdwijnen. 7 procent weet het niet.

80 procent van de respondenten vindt het goed dat de varkens- en pluimveerechten verhandelbaar zijn. 15 procent vindt dit niet. Krap vijf procent onthoudt zich van een mening op deze vraag.

Onderling rechten uitwisselen

Rechten uitwisselen tussen de intensieve veehouderijsectoren onderling, vindt 50 procent geen goed idee. 45 procent daarentegen vindt het niet wenselijk dat pluimvee- en varkensrechten onderling uitwisselbaar worden. Krap zes procent heeft geen mening.

Verdeeldheid is er ook over de uitwisseling van dierrechten voor varkens- en pluimvee met de nieuwe fosfaatrechten voor melkvee. 42 procent antwoordt positief. 55 procent vindt het niet wenselijk om rechten tussen sectoren onderling uit te wisselen. Bijna 3 geeft aan geen mening te hebben op deze vraag.

56 procent vindt het goed dat er fosfaatschotten tussen de sectoren zijn. Elke sector is verantwoordelijk voor zijn eigen mest. 38 procent is het daar niet mee eens. 6 procent onthoudt zich van een mening.

Eveneens 56 procent is van mening dat de schotten tussen de veehouderijsectoren niet weg moeten. Zij willen niet dat de fosfaat- en dierrechten uitwisselbaar worden. 42 procent vindt van wel. Ruim 1,5 procent heeft geen mening.

Varkenshouders die het financieel moeilijk hebben, zijn er bij gebaat als melkveehouders of pluimveehouders hun dierrechten kunnen kopen. Met deze stelling is bijna 53 procent het eens. 37 procent niet en ruim 10 procent weet het niet.

Met de stelling dat het weghalen van de schotten tussen de sectoren nadelig is voor de blijvers in de varkenshouderij, is 51 procent het eens. 37 procent is het daar niet mee eens. 12 procent heeft geen mening.

Fosfaatplafond een non-probleem

55 procent van de respondenten vindt het zogenoemde ‘fosfaatplafond’ een non-probleem; De werkelijk oplossing zou liggen in Brussel en niet in ons land. 30 procent is het daar niet mee eens en 15 procent heeft geen mening over deze stelling.

Beheer
WP Admin