AlgemeenAchtergrond

Staatssecretaris Dijksma speelt met vuur inzake agrarisch natuurbeheer

De voorgenomen vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is op een regelrechte mislukking uitgedraaid. Jammer, want meer dan ooit hoopten velen dat Europa gunstige voorwaarden zou scheppen om landbouwers te motiveren meer rekening te houden met natuur en landschap. En wellicht ook nog wat zinnige milieumaatregelen te nemen.

Nederland is dankzij de voortvarende rol van ons landbouwonderwijs niet alleen koploper in het produceren van een breed scala aan producten, de keerzijde is dat we ook koploper zijn in het verlies van biodiversiteit. Agrarische natuurverenigingen groeiden echter als kool. En hoewel de resultaten nog wat pover waren, natuurbeheer op het boerenbedrijf kwam bij velen tussen de oren.

Natuurbeheer in agrarisch gebied zal door het onbegrijpelijke optreden van staatssecretaris Dijksma onnodig schade oplopen. Dit is vooral spijtig voor alle agrariërs die de laatste jaren wel meters hebben gemaakt. Vele landbouwers zagen agrarisch natuurbeheer als een steeds volwassener wordend onderdeel van hun bedrijfsvoering. Het aantal agrarische bedrijven dat serieus rekening houdt met veldleeuweriken, grutto’s en bloemrijke slootkanten is de laatste zes tot tien jaar aanzienlijk toegenomen.

De twee meest succesvolle voorbeelden van agrarisch natuurbeheer zijn het behoud van de korenwolf in Limburg en de grauwe kiekendief in Groningen.

De korenwolf is dankzij een voortvarend opererende overheid (de provincie Limburg voorop), een slim opgezet wetenschappelijk programma (Alterra en Das&Boom) en goed beheer (door landbouwers in samenwerking met het Limburgs Landschap) van bijna uitsterven naar hoopvolle deelpopulaties gegroeid. Zonder de aanleg van akkerranden, luzernestroken en het laten staan van wintergranen zou de korenwolf het echter niet redden in het 
glooiende landschap van Limburg, en zou Nederland een iconische soort kwijtraken.

Begin jaren negentig verging het de grauwe kiekendief net zo. Op de vleugels van deze vogelsoort is dan ook het nationale beleid rond akkervogelbeheer geboren. Honderden Groningse akkerbouwers doen inmiddels mee met vormen van braaklegging en akkerrandbeheer. Ook in Groningen was het provinciale beleid gebaseerd op een succesvolle mix van kennisvermeerdering (Rijksuniversiteit Groningen en Werkgroep Grauwe Kiekendief) en een pragmatische doorvertaling naar beheervormen.

Deze en vele andere succesvolle vergroeningsmaatregelen komen in de verdrukking door het nieuwe beleid, momenteel haken landelijk akkerbouwers bij bosjes af: waarom zou je moeilijk doen en een lastige akkerrand aanleggen, als tien weken bladrammenas ook voldoen om te incasseren. De echte diehards (zoals akkerbouwers die zich niet kunnen verzoenen met het idee dat door ons toedoen de patrijs zal verdwijnen en de jubelzang van de veldleeuwerik definitief zal verstommen) gaan door. Hun aantal zal echter niet volstaan om deze beschermde soorten in Nederland goede perspectieven te bieden.

Mevrouw Dijksma; besef dat door uw toedoen veel kapot zal gaan wat de laatste jaren door boeren en natuurbeschermers is opgebouwd.

 

❏ Jaap Dirkmaat, Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (Beek-Ubbergen) en Ben Koks,

Werkgroep Grauwe Kiekendief (Scheemda).

Beheer
WP Admin