Jonge boer krijgt alsnog steun

Den Haag – Niet de datum waarop een jonge boer de maatschap aangaat met zijn ouders, maar het moment waarop hij een beslissende stem krijgt in een bedrijf is bepalend voor de vraag of iemand recht heeft op een investeringssubsidie bij het overnemen van een bedrijf.

Dat stelt het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in een procedure die een jonge boer uit het Gelderse Toldijk had aangespannen tegen het ministerie van Economische Zaken.

Twee broers hadden beiden een aanvraag voor investeringssubsidie (€20.000 euro) ingediend als starter van een nieuw bedrijf. Aanvankelijk werd de aanvraag voor beide broers afgewezen. Accountants- en advieskantoor Flynth ging daar namens de broers tegen in bezwaar, wat ertoe leidde dat een van de broers wel, de ander geen subsidie kreeg.

De broer die geen steun kreeg was al in 1997 tot de maatschap van zijn ouders toegetreden. Volgens het ministerie kon hij niet meer voldoen aan de criteria voor de steun voor jonge boeren.

De rechter denkt daar echter anders over, zo blijkt uit een uitspraak die dinsdag is gepubliceerd, maar die al op 19 september is gedaan. Volgens het College van Beroep is niet de datum waarop iemand tot een maatschap toetreedt bepalend. De ondernemer moet ook daadwerkelijk een beslissende stem hebben over de exploitatie van het bedrijf. Dat was bij de betrokken broer pas het geval toen hij samen met zijn broer een nieuw bedrijf opzette in 2012.

Boeren onder de 40 die een bedrijf overnemen of beginnen, kunnen een beroep doen op de startersregeling. Of er sprake is van overname of starten is niet voor iedere situatie hetzelfde, zegt de rechter: “Of een landbouwer voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf beheert, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval”, aldus het CBB. In dit geval was de economische inbreng van de betrokken jonge boer in de eerste periode van de maatschap “in vergelijking tot de inbreng van zijn ouders gering en ook had [hij] geen doorslaggevende stem bij het nemen van belangrijke bedrijfsbeslissingen.”

Accountantskantoor Flynth zegt dat deze rechterlijke uitspraak niet alleen voor de betrokken boer van belang is. Met de uitspraak is ook meer duidelijkheid gekomen over de criteria die gelden voor boeren die een beroep doen op de starterssteun.