Home
Achtergrond
8855 x bekeken
30 reactieslaatste update:15 nov 2013
Extra mestverwerking niet nodig
Dat er verplichte mestverwerking moest komen, was lange tijd een uitgemaakte zaak. Was. Want woensdag sprak Frits Vink, ketenmanager grondgebonden veehouderij van het ministerie van Economische Zaken (EZ) op een congres over melkveerechten. De daarbij gebruikte cijfers zetten de verplichte mestverwerking op losse schroeven.
Volgens Vink, een van de ambtelijke topmensen inzake het mestbeleid, is er in Nederland in 2013 plek voor 140 miljoen kilo fosfaat. De productie was in 2012 170 miljoen kilo. Daarmee resteert een niet plaatsbaar mestoverschot van 30 miljoen kilo fosfaat. De export van mest is volgens Vink goed voor 27,7 miljoen kilo fosfaat. BMC in Moerdijk neemt jaarlijks 9 miljoen kilo fosfaat uit de markt door de verbranding van kippenmest. Tel dat alles bij elkaar op: 170 (productie) -140 (plaatsingsruimte) -28 (export) -9 (verbranding) geeft als uitkomst -7. Er resteert dus geen overschot fosfaat meer. Sterker nog, er is zelfs nog ruimte voor zo’n 7 miljoen kilo fosfaat!
Natuurlijk zijn er tegenwerpingen mogelijk tegen deze berekening die volledig geschiedt op basis van cijfers van het ministerie. Ten eerste ligt het voor de hand dat EZ de gebruiksnormen de komende jaren nog iets aanhaalt. Zet dat eens op 5 kilo fosfaat per hectare. Dat verkleint de afzetruimte in 2015 met 9 miljoen kilo fosfaat. Dan zou er dus 2 miljoen kilo niet-plaatsbaar zijn vanaf 2015.
Daar staat echter winst in het voerspoor tegenover. Dat heeft, mede door trage invoering van efficiëntienormen in de varkenshouderij, de laatste jaren niet opgeleverd wat beloofd was en realiseerbaar geacht werd. Die normen zijn afgelopen week in regelgeving van het Productschap Diervoeders vastgelegd, met een forse heffing voor wie de benodigde efficiëntie niet haalt. De varkenssector heeft met Miar al eerder bewezen massieve slagen te kunnen maken als er maar financiële druk achter zit. Met die wettelijk afgedwongen efficiëntie wordt dit jaar nog een slag gemaakt van 7 miljoen kilo fosfaat op jaarbasis. Die slag is meer dan voldoende om alle mest in 2015 weer plaatsbaar te maken zonder extra investeringen in mestverwerking.
Er rest dus maar één conclusie: op basis van EZ-cijfers is er geen verdere investering in mestverwerking meer nodig. Alle overschotfosfaat kan via export, verbranding en het voerspoor weggewerkt worden.
Daarbij geldt wel een belangrijke randvoorwaarde: er mag geen verdere groei van de veestapel zijn. Die dreigt alleen bij het rundvee. De andere grote sectoren zijn begrensd via de varkens- en pluimveerechten.
Vriend en vijand verwachten een groei van de melkveestapel met een procent of 15 tot 2020. Dat is een groei van de fosfaatproductie met zo’n 13 miljoen kilo. Die is dan grotendeels niet plaatsbaar. Dat zou een belangrijke reden moeten zijn om rundveerechten in te voeren. Anders zijn inderdaad mestverwerkers nodig vanaf 2015, als de rundveestapel na afschaffing van het melkquotum begint te groeien.
Wilt u meer weten over mestverwerking? Ervaringen delen met collega's of vragen stellen aan deskundigen? Ga naar het thema Mest en Mestverwerking op Boerderij Connect.
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.