Foto: Hans Banus BoerenlevenAchtergrond

‘Met dit trekkertje heb ik mijn loonbedrijf gestart’

De eerste trekker van het loonbedrijf van Lammert Meringa is nu onderdeel van zijn landbouwmuseum.

“Dit is vooral een handig trekkertje. Het is ontzettend wendbaar en al met al het handigste speelgoed dat je kunt hebben. We konden er overal mee rijden waar de paarden ook konden komen, dat is omdat het gewicht mooi gelijkmatig is verdeeld. Mijn vader heeft deze Fergusson ooit tweedehands gekocht. Hij was melkrijder en combineerde dat met loonwerk. Daar gebruikte hij de Fergusson voor.”

Fergusson Tef van 18 pK. - Foto: Hans Banus

Fergusson Tef van 18 pK. – Foto: Hans Banus

“De trekker kan goed over natte grond lopen en dat was rondom Dalerveen zeker in die tijd niet overbodig. Vader kwam haast bij alle boeren om te maaien. Als je kon hooien, dan moest je er ook meteen bij zijn en was hij dagen achtereen aan het maaien. Vanwege de vochtige grond was dat meestal pas laat en was het gras haast altijd hoger dan de trekker. Je hoorde hem dan rijden, maar zag hem niet.”

In 1960 stopte mijn vader met werken en heeft hij deze trekker aan mij gegeven. Ik ben met dit trekkertje mijn loonbedrijf gestart. In het begin maakte ik veel werktuigen zelf. Een slotenmaaier voor achterop de hef bijvoorbeeld, of een kooiwiel waarmee ik het geploegde grasland weer aandrukte. Op die manier kon ik grasland goed scheuren en mooi vlak achterlaten. Doordat deze trekker niet zo zwaar van voren is, gaat er geen trekkracht verloren.

Naam: Lammert Meringa (80) Woonplaats: Zandpol (Drenthe). Functie: gepensioneerd loonwerker met eigen landbouwmuseum.

Naam: Lammert Meringa (80) Woonplaats: Zandpol (Drenthe). Functie: gepensioneerd loonwerker met eigen landbouwmuseum.

Een krik gebruikten we in die tijd eigenlijk ook nooit. Je zette je rug gewoon tegen het wiel en drukte het omhoog. Een ander schoof er dan snel een blokje onder en klaar was het. En ook al is de trekker erg geschikt voor natte grond, natuurlijk zaten we ook hiermee wel eens vast. Ik had daarom altijd een paar weidepalen bij me. Meestal had ik er kooiwielen onder, daar stak ik de weidepalen dan van voren in. Even gas geven en hij klom er zelf zo weer uit.”

Dit artikel is te lezen in Boerderij 31 van dinsdag 2 mei en is onderdeel van de rubriek Trekker uit mijn jeugd.

Beheer
WP Admin