Boerin Margreet Wierseman - Foto: Jan Willem van Vliet BoerenlevenAchtergrond

‘Geen van ons had ooit een koe gemolken’

Zonder dat ze ooit een koe hadden gemolken, zetten Margreet Wiersema en haar man het bedrijf voort. Ook zette ze een zorgtak op. “Alles is nu in balans.”

Hoog en groot zijn de gebouwen, de tocht naar de deurbel is zonder uitleg vooraf een hele expeditie. Margreet Wiersema woont in een typische Groningse boerderij waarvan het oudste deel in 1826 gebouwd is. Haar vader molk tachtig koeien in een carrousel. Toch wilde Margreet het als oudste dochter niet overnemen. “Ik zag hoe hard het werken was. En omdat het toen een groot en modern bedrijf was, had ik sterk het gevoel dat mannen mij konden kiezen vanwege de boerderij. Ik wilde iemand die echt voor mij koos. En dus besloot ik mijn eigen weg te gaan.”

Ze werd wijkverpleegkundige, trof Pieter Berend die werkte bij de Akzo, en samen streken ze neer in Loppersum. “We hadden een leuk huis, een leuk inkomen, lieve, gezonde kinderen; er was niets te wensen over.”

De dag dat alles anders werd

En toen kwam de dag dat alles anders werd. Door familieomstandigheden dreigde de ouderlijke boerderij verkocht te worden. “Ineens zei Pieter Berend tegen me: ik heb eigenlijk wel zin in de boerderij.” Ze kan er nog om lachen. “Ik dacht dat hij gek geworden was. Hij hield namelijk niet van vroeg opstaan en we hadden allebei geen agrarische kennis. Maar hij bleek bloedserieus.”

Ze besloten de stap te wagen. “Het was een sprong in het diepe. Geen van ons had ooit een koe gemolken en als de buurman kunstmest ging strooien, dan deden wij dat ook maar.”


‘Ik had wel oren naar een zorgboerderij, maar hoe? Ik was al zo druk’

Maar het lukte. De hulpvaardigheid van buren, veearts, voerlevancier en vele anderen, bleek groot. Wel veranderde de rolverdeling. “Ik was gewend dat Pieter Berend altijd hielp met de kinderen, nu zat hij tijdens de spitsuren in de melkstal. Ik heb me toen weleens een alleenstaande moeder genoemd en dacht: hoe doen andere moeders dit?”

Gaandeweg kreeg ze alles op de rails, alleen wist ze nog niet zo goed wat ze zelf wilde. “Ik had wel oren naar een zorgboerderij, maar hoe? Ik was al zo druk.” Een coach hielp haar te ontdekken waar ze blij van werd en hoe ze de stap kon zetten. “Ineens kwam ik in een soort flow terecht, alles waar ik tegenop had gezien, begon te lopen. Ik kreeg er heel veel energie van.”

De drukte die haar had belemmerd, kon ze nu beter hanteren. Er was al hulp in de huishouding, er kwam een allround medewerker bij en ook de kinderen staken de handen uit de mouwen. “Hulp genoeg dus, al ben ik wel degene die het moet organiseren.”

‘Mijn missie is om mensen dichter bij de natuur, de boerderij en elkaar te brengen’

Het zorgdeel breidde ze uit met onder meer een dorpstuin waarin ze samen met anderen tuiniert. Er is aandacht voor weidevogels en onder andere samen met kinderen uit het dorp voorzag ze de sleufsilo van een vrolijke schildering. “Een verbindende muur, zo noem ik het. Ik kwam niet naar deze boerderij om carrière te maken, of om rijk te worden. Mijn missie is om mensen dichter bij de natuur, de boerderij en elkaar te brengen.”

Ze is trots op wat er nu staat, al is de toekomst onzeker. “We hebben bijvoorbeeld net een nieuwe stal gezet. Een potstal met twee melkrobots. Hij is bedoeld voor 120 koeien, maar door de introductie van fosfaatrechten moeten we juist krimpen. Daar was het financiële plaatje niet op gemaakt. Het is afwachten hoe het gaat uitpakken.”

Aardbevingsbestendige zorgtak

Ook de zorgboerderij moet voldoen aan regels waarvan ze soms denkt: waar ben ik mee bezig? “Ik moet aan dezelfde eisen voldoen als een grote instelling. Dat kost veel tijd en geld, terwijl ik hier bewust kleinschalig werk.”

Bijzonder is de vermelding dat haar zorgtak aardbevingsbestendig is, iets wat voor de monumentale boerderij zelf nog maar de vraag is. Margreet woont in een gebied waar de bodem regelmatig schudt, vermoedelijk door gaswinning van de NAM. De scheuren in vloer en muren, scheuren steeds verder. “Er zijn hier al zoveel instanties geweest, en allemaal zeggen ze wat anders over de schade en wat eraan te doen is. Wij halen onze schouders op en zeggen: zoek het maar uit, we horen het te zijner tijd wel.”

Intussen richt ze zich op dat waar ze blij van wordt: haar gezin, de sociale contacten, de zorgboerderij. “Een paar jaar geleden stelden we onszelf de vraag: willen we hier blijven, of terug naar ons vorige leven? Er was geen twijfel, we bleven. Op gebied van vrije tijd en inkomen hebben we flink ingeleverd, maar we kregen er zoveel voor terug. Hier is een droom uitgekomen.”

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Beheer
WP Admin