Kinderen opvoeden is geen sinecure, dat weet elke ouder. - Foto: Henk Riswick BoerenlevenOpinie

‘Dwarse peuter op de boerderij’

Toen hij een zusje kreeg, werd onze FJ dwars en nukkig. De aandacht delen viel niet mee en wij moesten duidelijker onze grenzen aangeven. Dat werkte.

Onze zoon FJ is nu bijna 4 en hij ontwikkelt zich normaal op een onderdeel na: praten. Daar is hij veel verder mee dan zijn leeftijdsgenootjes. Want wat kán hij ouwehoeren. Met de buren, een voorbijganger of met mensen in de winkel.

Als iemand een geluid terug maakt, begint hij met kletsen. Vaak is het gesprek dat dan ontstaat hilarisch en bevat eigenlijk ook nog redelijk relevante opmerkingen. Maar soms slaat hij de plank een beetje mis. Zo was hij laatst de speelgoedtrekker aan het ‘opereren’ in plaats van ‘repareren’.

Pittige tijd geweest qua opvoeden

Hij is een kind dat veel onthoudt van wat hem verteld wordt of wat hij opvangt uit gesprekken tussen Henk en mij. Nu is het met de komst van Charlotte best een pittige tijd geweest qua opvoeden. Hij gedroeg zich dwars, nukkig, schreeuwerig en was heel erg fysiek: veel rennen in huis, zonder zichtbare aanleiding heel hard schreeuwen, soms deed hij pogingen om een mep uit te delen. Het was niet meer de zoon die wij kenden voor hij een zusje kreeg. Verwarrend.

Wolk van een dochter, donderwolk van een zoontje

Daar zaten we dan als net bevallen ouders met een wolk van een dochter en met een donderwolk als zoontje. Die keer dat hij vóór 10 uur ’s ochtends al 4 keer voor straf op de gang had gestaan, dachten we: dit is voor niemand leuk. Toen de wijkverpleegkundige op bezoek kwam voor Charlotte, hadden we eigenlijk meer vragen over hoe we konden omgaan met FJ dan met de baby.

Dwarsheid is een fase

Ze vertelde dat het ten eerste de dwarsheid een fase is die bij zijn leeftijd hoort. Ten tweede is er de verandering dat hij aandacht van bezoek en zijn ouders nu moet delen. En ten derde dat wij niet voldoende helder grenzen aangaven. Dat laatste, daar konden we natuurlijk wat mee; de eerste twee oorzaken zijn een kwestie van uitzitten.

Tijdens het gesprek was FJ toevallig boven aan het spelen. De verpleegkundige vroeg of hij alleen boven mocht zijn. Henk en ik keken elkaar aan; eigenlijk hoefden we voor de komst van Charlotte daar niet over na te denken: het was prima als hij boven aan het rommelen was. Nu willen we niet dat hij alleen met Charlotte is, en die slaapt boven. Dus nee, hij mag niet meer alleen boven spelen.

‘Hoe vraag je dat netjes?’

Zo zijn er meer aspecten waar Henk en ik ineens over na moeten denken. We moeten aangeven dat er nieuwe grenzen zijn nu Charlotte er is. Dat doen we. En het helpt. Hij is alweer bijna 3 maanden ouder, de kraamvisite is minder en Henk en ik overleggen veel meer met elkaar hoe we met FJ omgaan als hij een dwarse bui heeft. Met als resultaat dat ik met regelmaat mezelf of Henk hoor praten als FJ weer staat te kletsen met een willekeurig iemand. Iets met ‘dat doen we hier niet’ en ‘ga jij je handen even wassen’. De meest geweldige: ‘Hoe vraag je dat netjes?’. Gelukkig komt hij er met dat lieve koppie wel mee weg.

Ik hoor met regelmaat mezelf of Henk praten als FJ weer staat te kletsen met een willekeurig iemand: ‘Dat doen we hier niet’, ‘Ga jij je handen even wassen’ en de meest geweldige: ‘Hoe vraag je dat netjes?’.

Beheer
WP Admin