Boerin Yvonne Hassink - Foto: Koos Groenewold BoerenlevenAchtergrond

‘Als burgermeisje wist ik niet wat een boerderij hebben inhield’

Boerin Yvonne Hassink is een nuchter type dat het liefst gewoon doorgaat. Rugklachten dwongen haar echter het iets kalmer aan te doen. ‘Maar ik kan slecht stilzitten.’

Ze is niet van boerenkomaf zoals dat heet, en ze had ook geen plannen om boerin te worden. Ze dacht eerder aan kok of banketbakker. Of iets in de zorg. Dat laatste werd het, ze werkte jaren als verzorgende in een verpleeghuis.

In het uitgaansleven leerde ze op haar zestiende Albert kennen. “Ik wist dat ze bij hem thuis een boerderij hadden, maar als burgermeisje wist ik niet wat dat inhield.” Daar kwam ze snel achter, want meer en meer was ze op het bedrijf te vinden. “Ik voelde me prettig hier.”

Op een kluitje wonen

Van het een kwam het ander. In 2006 trouwden zij en Albert, en kwam ze echt op het bedrijf te wonen. Albert omschrijft het wel eens als ‘een potje met pieren’, want er wonen maar liefst vier gezinnen op een kluitje, en voor een deel zelfs onder hetzelfde dak. De oorspronkelijke boerderij is namelijk opgedeeld in drie woonunits. Daar wonen Yvonne en Albert met hun kinderen, Alberts broer met zijn gezin en Alberts ouders. In een eigen woning maar wel op hetzelfde erf, wonen ook nog Alberts oom en tante.

Voor Yvonne was dat allemaal geen enkel probleem. “We hebben genoeg privacy en er zijn afspraken gemaakt dat we bijvoorbeeld niet de deur platlopen bij elkaar. Tegelijk is het heel handig. Als ik iets niet in huis heb, een pakje lasagnemix ofzo, vraag ik of mijn schoonmoeder het heeft. Ook oppas voor de kinderen kan vaak wel geregeld worden.”


Bakboerin

Toen Yvonne op het bedrijf kwam, betekende dat niet dat ze meteen mee ging werken. Ze was er wel voor de hand- en spandiensten, maar verder had ze haar eigen baan waar ze veel plezier in had. Tot ze zwanger werd. Onverwacht kreeg Yvonne forse rugklachten. Na de bevalling toog ze op therapeutische basis weer aan het werk, maar het viel niet mee. Uiteindelijk, na twee jaar pijnlijk modderen, nam ze ontslag.

Om thuis de administratie te kunnen doen, volgde ze een cursus boekhouden, maar daarna viel er een gat. “Niet dat je je hier hoeft te vervelen, maar ik dacht: wat zal ik nu eens oppakken?” Voor de aardigheid begon ze taarten te bakken. Eerst voor de kinderen, toen voor vrienden en kennissen, en nadat ze haar taarten onder de naam Bakboerin op facebook had gezet, ook op bestelling voor anderen. “Het is nog steeds een hobby, maar wel een tijdrovende. Want één taart maken, kost zomaar een hele dag. De lagen cake moeten tussendoor afkoelen, de botercrème moet een kwartier mixen, dat kost allemaal tijd.”

‘Bijna alles komt momenteel op mij neer’

In die tijd gaat ze niet zitten wachten en navelstaren. Terwijl de mixer mixt, doet ze bijvoorbeeld snel even iets in de huishouding. “Ik kan moeilijk stilzitten.” Tijdens de revalidatie van haar rugklachten, was het advies dat ze rustiger aan moest doen. “Ik heb dat wel geprobeerd hoor, maar het lukte niet. Ik zie altijd wel weer iets dat opgeruimd moet worden. En met kleine kinderen is rustig aan doen sowieso niet eenvoudig. Albert kreeg twee jaar geleden een whiplash en kan niet veel doen in huis. Bijna alles komt momenteel op mij neer. Dus al zou ik het kunnen, dan nog is rustig aan doen niet zo makkelijk.”

Wat ze wel onder de knie kreeg, was het aanbrengen van meer structuur. “Op maandag verschoon ik de bedden en op vrijdag stofzuig ik de bovenverdieping. Dat geeft houvast. Anders wil ik aldoor alles tegelijk en dan verzuip ik erin. En soms, als ik het echt té druk heb, dan stofzuig ik een keer niet. Dat vond ik eerst heel moeilijk, want op een boerderij sleept er van alles mee naar binnen. Maar ook daar heb ik tijdens die revalidatie mee om leren gaan.”

‘Als jong meisje had ik nooit kunnen denken dat ik nog eens zo’n leven zou hebben’

Voor het omgaan met het boerenleven had ze geen externe hulp nodig. Daar groeide ze vanzelf in. “In het begin baalde ik als Albert op het laatste moment niet mee kon ergens heen, omdat er ingekuild moest worden. Nu ben ik eraan gewend dat het op een boerderij altijd anders kan gaan dan gepland. Daar staan veel voordelen tegenover. Je kunt op een boerderij alles doen zoals je het zelf wilt. En ik heb Albert altijd in de buurt. Een man die overdag van huis is, dat lijkt me zo saai.”

Ze lacht breeduit: “Als jong meisje had ik nooit kunnen denken dat ik nog eens zo’n leven zou hebben. Maar het past goed bij me. Ik ben hier helemaal op mijn plek.”

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Beheer
WP Admin