Deel oude uienoogst te slecht voor export

Een deel van de uien die nog in de schuur liggen, is van onvoldoende kwaliteit om voor het huidige prijsniveau te exporteren. Dat zeggen verwerkers Erik Moerdijk (Monie Nieuwdorp) en Wim Waterman (Waterman Onions).

Het restant van de zaaiuienoogst van 2015, dat nog in de schuur ligt, is niet volledig exportwaardig. Dat zeggen uienhandelaren. Vele duizenden tonnen moeten naar de industrie, of nog erger: de vergister, vanwege de slechte kwaliteit.

De bodem van de oude uienoogst is nog niet in zicht, zegt Eric Moerdijk, directeur van uiensorteer- en handelsbedrijf Monie Nieuwdorp. “Mijn gevoel zegt dat de oude oogst niet uitverkocht raakt.”

Hij rekent voor: “We gaan uit van een netto te exporteren volume van 1,1 miljoen ton, waarvan tot en met week 16 – derde week april – 907.000 was geëxporteerd. Dat betekent dat er van week 16 tot en met week 26 nog 193.000 ton weg moet. Dat is 19.300 ton per week en eigenlijk onmogelijk gezien de laatste weekexportcijfers.”

Ongeregistreerde uien richting Polen

Meer ongeregistreerde uien richting Polen kan dit cijfer omlaag trekken, maar dan wordt het nog lastig. Dat bevestigt Wim Waterman, directeur van uiensorteer- en handelsbedrijf Waterman Onions in Emmeloord. “Van de uien die nu nog in de schuur liggen is de helft niet exportwaardig”, stelt hij. “Voor die uien is het te laat. En naarmate de tijd vordert, wordt dat erger.”

Waterman schat dat er nog zo’n 150.000 ton uien over zijn. Volgens zijn redenatie moet voor 75.000 ton een alternatieve bestemming worden gevonden (industrie/vergisting). “Uitzonderlijk veel.” De  andere helft – à 12.500 ton per week – kan worden geëxporteerd. “Uiteindelijk gaan alle uien, linksom of rechtsom, op.”

Beide heren geven aan dat aanbieders van goede uien afgelopen seizoen kans hebben gehad op een goede prijs.

Hoop op nieuwe kansen bij uien door groeizaam weer

Er is echter altijd hoop in de uien en die ligt nu vooral in de nieuwe kansen verscholen: de uien van de nieuwe oogst maken deze week volop gebruik van het groeizame weer. De gewassen ontwikkelen zich snel. Winterplantuien zijn dankzij de zachte winter waarschijnlijk iets eerder volgroeid en voorjaarsplantuien komen door de eerdere droogte iets later op de markt.