BUI: meer vrije uien in de bewaarschuur

Van 10% van de bruto uienopbrengst, zo’n 142.000 ton, waren afnemer en prijs medio april 2016 nog niet bepaald. Dat is een hoger percentage dan voorgaande jaren, maar het aandeel afgeleverde uien is met 88% gelijk aan de jaren hiervoor.

Dat blijkt uit de voorraadmeting die Bureau Uienmarkt Informatie (BUI) van de Brancheorganisatie Akkerbouw eerder deze maand hield. Wat betreft de hoeveelheid vrije uien sluit deze uitkomst aan bij de publicatie van Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) van afgelopen vrijdag. Het percentage afgeleverde uien is bij VTA-leden lager (68% begin april), omdat er veel bewaarboeren in deze ondervraagde groep zitten.

Zaaiuienareaal

BUI ondervroeg 316 telers, wat in dit geval gelijk staat aan ongeveer 13% van het zaaiuienareaal in 2015. De BUI-onderzoekers meten een Nederlandse bruto-opbrengst van 1,40 miljoen ton op 23.000. Oogstjaar 2014 bracht 1,28 miljoen ton van 22.3000 hectare, in 2013 was het 1,31 miljoen ton van 21.800 hectare.

Zaaiuientelers oogstten vorig teeltseizoen gemiddeld ruim 60 ton per hectare, wat vergelijkbaar is met de voorgaande jaren.

Van de bruto-opbrengst ligt nog 13% in de bewaarschuur, dat is bijna 187.000 ton en aanzienlijk meer dan in 2015 (150.000 ton) en 2014 (170.000 ton). Een kwart van de uien in de bewaring – 44.000 ton – is reeds verhandeld.

Het komt erop neer dan nog zo’n 10% moet worden verkocht. Dat is pakweg 142.000 ton; veel voor de tijd van het jaar en met het oog op de slappe marktsituatie. Ter vergelijking: medio april 2015 lag 7% vrij in de schuur (92.000 ton), in 2014 was dat 8% (100.000 ton).

BUI schat dat nog ruim 400 telers, 15% van de populatie, vrije uien hebben.

Weekexport

De uienketen heeft dit seizoen aangegeven veel capaciteit te hebben: tot en met week 12 zette de sector een weekexport van 22.908 ton neer. Een jaar eerder was dat gemiddeld 20.758 ton. Nadeel van dit seizoen is dat Brazilië niet zo gretig is als vorig jaar rond deze tijd. Exporteurs zoeken hun heil in Europa.