WUR: opbrengst tarwe stijgt 10% per 10 jaar

Door de introductie van nieuwe rassen stijgt de potentiële graanopbrengst in Nederland elke tien jaar met 8 tot 10%. Dat blijkt uit het rassenonderzoek van Wageningen UR.

“Een prestatie van veredelaars van nieuwe rassen”, zegt WUR-onderzoeker Lubbert van den Brink. Nederland heeft met gemiddeld ruim 10 ton per hectare de hoogste opbrengst ter wereld.

Onafhankelijke rassenproeven zijn van belang bij rasvernieuwingen, zegt Van den Brink. “Wij maken de genetische vooruitgang op een objectieve manier zichtbaar en helpen de akkerbouwer bij het kiezen van rassen die op zijn grondsoort de hoogste opbrengst en daarmee ook het hoogste saldo opleveren.”

Opbrengsten nauwelijks vooruitgegaan

Wageningen UR voert het rassenonderzoek uit in opdracht van kweekbedrijven. Nieuwe rassen worden alleen op de Aanbevelende Rassenlijst geplaatst als ze beter presteren dan de oude.

Terwijl Wageningse onderzoekers de opbrengsten op de proefvelden onverminderd zien stijgen, is de toename voor akkerbouwers niet van jaar tot jaar merkbaar. In de afgelopen tien jaar zijn de opbrengsten in de praktijk zelfs nauwelijks vooruitgegaan, terwijl de potentiële maximale opbrengst van de nieuwe rassen wel omhoog ging. “Dat komt vermoedelijk door veranderende teeltomstandigheden”, zegt Van den Brink. “Tarwe wordt tegenwoordig later gezaaid dan vroeger en het gewas staat vaker op minder gunstige percelen en op kopakkers.”

Meer aandacht voor tarwe

Ook beperkingen in de bemesting en steeds lagere investeringen in het teeltonderzoek kunnen een rol spelen. “Toch krijgt het gewas recent weer meer aandacht. Een groeiende groep akkerbouwers neemt geen genoegen met een gemiddelde opbrengst van 10 ton per hectare en wil daar 15 ton van maken. In theorie is dat haalbaar.”