Discussie over voorgebakken frites in Brazilië raakt verhit

Het recente verzoek van de Braziliaanse overheid bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om een onderzoek naar dumping van diepgevroren voorgebakken frites, heeft voor wat onrust gezorgd.

Brazilië beschuldigt bedrijven uit Nederland, België, Frankrijk en Duitsland ervan voorgebakken frites onder de marktprijs te verkopen. Hierdoor zou er oneerlijke concurrentie ontstaan en schade worden toegebracht aan de nationale industrie. De totale export van voorgebakken frites vanuit de Europese Unie (EU) naar Brazilië bedroeg in 2015 bijna 164 duizend ton. Het Nederlandse aandeel daarin bedroeg ruim 82 duizend ton met een waarde van ruim 60 miljoen euro. België was met 40 duizend ton een goede tweede. De overige 41 duizend ton komt uit andere EU-landen. Argentinië exporteerde in 2015 naar Brazilië 121 duizend ton met een waarde van 160 miljoen euro. De voornaamste producenten daar zijn het Canadese McCain en het Nederlandse Farm Frites.

Mogelijke dumping

Op de ontwikkeling van de markt van voorgebakken frites heeft het bedrijf Bem Brasil met de bouw van twee fabrieken op ingespeeld. Naast een fabriek in Cascavel in de deelstaat Bahia is er nu ook een in de deelstaat Minas Gerais in de plaats Araxá. Dit bedrijf verwerkte in 2012 al 100 duizend ton aardappelen. In de verwachting dat de marktontwikkelingen zouden doorzetten, is de bouw van nog een fabriek gepland in de plaats Perdizes om zodoende de productiecapaciteit te verdubbelen. Bem Brasil heeft een marktaandeel van bijna 90% in de lokale productie. Hortus Agroindustrial S.A. heeft met een productie van 9 duizend ton frites een marktaandeel van 10%. Het bedrijf Sérya Alimentos, distributeur van diepvriesproducten, heeft vorig jaar ook een fabriek voor de productie van diepgevroren voorgebakken frites geopend met een capaciteit van 12 duizend ton per jaar.

Exportcijfers

Om mogelijke dumping aan te tonen heeft Bem Brasil zich, bij gebrek aan cijfers over de Nederlandse markt, gebaseerd op de prijs van de export naar Het Verenigd Koninkrijk (VK). In de periode juli 2014 tot juni 2015 zou Nederland frites hebben geëxporteerd naar het VK voor US$ 936,56 per ton. In dezelfde periode werd frites naar Brazilië geëxporteerd voor US$ 662,50 per ton, een verschil van

US$ 274,05 per ton. Bem Brasil geeft in de aanklacht aan dat het  problemen heeft gehad met de juiste rassenkeuze, de financiering, de productie, personeel, hoge kosten en met opslag en logistiek en daarom frites uit genoemde landen onder eigen merk heeft geïmporteerd. De prijs daarvan bleek uiteindelijk hoger dan die van door andere bedrijven geïmporteerde frites. Het bedrijf stelt dat het om volstrekt vergelijkbaar product zou gaan, dat bovendien lokaal niet voor die prijs geproduceerd kan worden en er dus sprake is van dumping.