Foto: Ronald Hissink AkkerbouwNieuws

Grote verschillen tussen biologische aardappelen

Van de vroege biologisch geteelde aardappelrassen waren Biogold en Frieslander afgelopen seizoen het best bestand tegen de extreme weersomstandigheden. Dat blijkt uit een rassenproef van het onderzoeks- en advies instituut Inagro in het Belgische Beitem.

Als gevolg van langdurige droogte in het voorjaar, gevolgd door uitzonderlijke hitte begin juli, rijpten de vroege rassen ondanks beregening versneld af. Dat resulteerde bij de rassen Avanti, Laperla en TW 07-807 in lage onderwatergewichten met de bijbehorende kwaliteitsproblemen. Bij Biogold en Frieslander bleef de opbrengst steken op zo’n 30 ton per hectare, maar ze haalden een goed onderwatergewicht.

Ziektegevoeligheid

Mede door het droge seizoen was de phytophthoradruk erg laag, zodat er in aantasting geen verschillen gevonden zijn tussen de wel en niet resistente rassen. Van de nieuwere rassen kon de ziektegevoeligheid dan ook niet bepaald worden. Voordat het in augustus nat werd, was het loof van alle proeven al afgebrand, zodat de regen geen invloed meer had op het onderwatergewicht. Dit kwam gemiddeld uit op 372 gram.

Opbrengst

De opbrengst in de maat 35 mm opwaarts was gemiddeld over alle rassen 43 ton per hectare, met een grote variatie van 28 ton voor Biogold, tot 57 per hectare voor het ras Cammeo van Caithness. Dit ras heeft een hoog opbrengstpotentieel, maar moet zich in de markt nog bewijzen.

Dit seizoen had voor kiemen geen meerwaarde. Tussen de wel en niet voorgekiemde Toluca en Agria was duidelijk een verschil in de opkomst en gewasontwikkeling. Door de lage phytophthoradruk was dat in de eindopbrengst niet terug te vinden.

Beheer
WP Admin