height:550px AkkerbouwNieuws

Steeds minder weidevogels

Den Haag – De afgelopen 24 jaar (1990-2014) zie je een forse afname van het aantal weidevogels, zo meldt het CBS op basis van cijfers van vogelonderzoekbedrijf Sovon.

Sinds de ruilverkaveling gaat het met name slecht met de grutto, tureluur, veldleeuwerik, slobeend en scholekster. De gruttostand is sinds de jaren negentig gehalveerd, de scholekster en de veldeeuwerik zijn met 60 procent afgenomen. Van de kievit en gele kwikstaart zie je na 2000 ook een daling. Nog maar de helft van het aantal grutto’s dat er minimaal zou moeten zijn om de populatie stabiel te houden, wordt grootgebracht.

Sovon: “Weidevogels zijn echt aan het verdwijnen uit bepaalde gebieden in Nederland. Je ziet alleen nog hoge aantallen in natuurgebieden.”

Als het gaat om terugloop van het aantal weidevogels wordt de intensivering van de landbouw vaak als eerste oorzaak genoemd. Het areaal grasland neemt langzaam af, daar komt maïs voor in de plaats. In maïs hebben vogels, op de kievit na, niets te zoeken.

Niet maaien voor 1 juli

Voor de melkproductie wordt in het voorjaar te veel gemaaid. Effectief voor de vogels is niet maaien voor 1 juli, zo blijkt uit recent onderzoek. Dit is voor de grutto de enige manier om de populatie weer op peil te krijgen. Om de nesten heen maaien is niet afdoende.

Gevarieerd, kruidenrijk, niet intensief beheerd grasland

De tureluur, de grutto, scholekster en kievit hebben voor voedsel, dekking en rust gevarieerd kruidenrijk grasland dat niet intensief beheerd is nodig. In het veelgebruikte Engels raaigras zit te weinig variatie en het is te dicht van structuur.  

Ook een hoog waterpeil in sloten dat de bodem vochtig houdt voor regenwormen en een beter insectenleven is noodzakelijk.

De veldleeuwerik kan letterlijk zijn ei niet kwijt in de dichte structuur van wintertarwe, ook zijn de akkerranden te klein en te kort gemaaid.

Beheer
WP Admin