Fors minder aardappelen, volgens meting VTA

Noordhoek – De hectare-opbrengst van aardappelen schiet met 42 ton ruim 7 procent onder het gemiddelde en 16 procent onder de opbrengst van vorig jaar (50 ton). Dat blijkt uit de eerste proefrooiing van Verenigde Telers Akkerbouw (VTA), die medio augustus is uitgevoerd.

Het areaal is kleiner dan vorig jaar, dus er komt minder productie.

Vanwege de landelijk grote verschillen in de stand van het gewas is het de vraag hoeveel er nog groeit tot de oogst. “Sommige percelen staan nog groen, andere zijn ver versleten”, zegt Bert Timmermans, voorzitter van de handelscommissie aardappelen van VTA. “Het verschil in groeipotentie is dus groot. Het wordt nog spannend de komende weken. Groene percelen kunnen nog bijgroeien, maar de oogst is ook een belangrijke factor voor de productie.”

Achterstand bij consumptieaardappelen

Een ontwikkelingsachterstand hebben consumptieaardappelen dit jaar. De verschillen zijn zo duidelijk door het droge, koude voorjaar die het groeiseizoen heeft gekend. “Grondsoort, ras, beregenen, teeltmanagement. De diversiteit hierin is groot en dat komt nu duidelijk uit de verf.” Ook komt doorwas soms voor.

Het knolaantal van de aardappelplanten is met 188 stuks per monster van 2 bij 3 meter laag. Ook zijn de aardappelen fijner dan gemiddeld. De grofste aardappelen zijn de Agria’s, Innovators en Victoria’s. Deze rassen hebben wel een lager knolaantal per plant, waardoor de hectareopbrengst amper verandert in verhouding tot het gemiddelde.

Prijseffect

De lagere verwachting van de aardappeloogst heeft al een prijsverhogend effect gehad. Hoe de prijs echt gaat uitpakken, blijkt pas na de oogst. “Het is nu erg spannend: wat komt er de komende weken nog bij?”, zegt Timmermans.

De opbrengstmeting wordt gedaan onder veel consumptie-aardappelrassen in het hele land.

Droog is het nu niet meer. “Deze meting is al een week oud, er kan door de regen die is gevallen best al wat zijn veranderd”, voegt Timmermans toe. “En aan de oogstperiode kleven risico’s. Er kunnen dingen misgaan, bijvoorbeeld door een overvloed aan water, en voor de prijsvorming is ook van belang hoe groot de druk bij telers is om afland te verkopen. Pas na de oogst settelt de markt zich definitief.”