Akkerbouwers huiverig voor niet-kerende grondbewerking

Hulst – Zo’n vijftig tot zestig akkerbouwers in Nederland passen niet-kerende grondbewerking (NKG) toe. Tien daarvan zijn biologische akkerbouwers. NKG is voor veel akkerbouwers onbekend.

Het aantal akkerbouwers dat NKG toepast groeit. Maar hun aantal is nog gering, zegt adviseur Sander Bernaerts van adviesbureau Naturim. Hij sprak gisteren op de themadag in Hulst van de Nibem, de brancheorganisatie voor de biersector. “Het is voor een groot deel onbekendheid. Maar akkerbouwers zijn ook bang voor gewasresten die het zaaien bemoeilijken. En NKG vraagt veel planning.”

Gezondere bodems

Uit onderzoek blijkt dat NKG leidt tot gezondere bodems, stelt Bernaerts. “Het bodemleven is talrijker en gevarieerder. De bodemstructuur verbetert. Het water zakt sneller weg. Er is minder afspoeling en ook de ziektedruk is lager. De grond heeft een betere draagkracht. Bij NKG wordt meer koolstof in de bodem vastgelegd. En de gewasopbrengsten zijn hoger, behalve bij peen.”

Knelpunten

Er zijn ook knelpunten, zegt Bernaerts. “De keuze van de groenbemester en hoe die wordt geteeld is erg belangrijk. Ook de verhoogde onkruiddruk is soms een probleem. NKG lost niet alle problemen op. Er ontstaan soms nieuwe.” Dat ervoer akkerbouwer Tonny de Koeijer uit Schoondijke. “Ik pas al zo’n vijftien jaar NKG toe. Ik had vorig jaar op een perceel phacelia gezaaid als groenbemester. Daar zaaide ik dit voorjaar uien. De uien bleven zwakke plantjes door de bodemvliegen. Die werden aangetrokken door de rottende gewasresten. Ik moest de uien in mei overzaaien. Dat kost opbrengst.”