Duitsers gebruiken liever kunst- dan dierlijke mest

Oosterbeek – Duitse akkerbouwers gebruiken liever kunstmest dan dierlijke mest vanwege de geuroverlast en omdat ze niet meer gewend zijn om met dierlijke mest te werken. Dat zeggen Duitse mestspecialisten tijdens het tweede Duits-Nederlandse Landbouwforum in Oosterbeek, waar mestbeleid op de agenda staat.

In Duitse akkerbouwgebieden wordt nauwelijks dierlijke mest gebruikt. “In deze gebieden is de samenleving niet meer gewend aan de geur van dierlijke mest. Dat wordt ook niet geaccepteerd en dus kiezen akkerbouwers voor kunstmest”, aldus een mestspecialist van het Duitse landbouwministerie. Daarnaast zijn de gebruiksnormen beperkt en kan met kunstmest nauwkeuriger bemest worden, waardoor akkerbouwers hiervoor kiezen. Ook missen de akkerbouwers de ervaring en methodes om de dierlijke mest nog uit te rijden. “In het grensgebied met Nederland wordt de mest door Nederlandse loonwerkers gratis uitgereden. Als dat ook in de akkerbouwgebieden zou gebeuren, zal er ook meer belangstelling zijn”, verwachten de mestspecialisten.

Uit een presentatie van Martin Kücke van het Instituut voor plantenteelt en bodemkunde blijkt dat in Duitsland het nitraatgehalte in het grondwater in veel gebieden ruim boven de norm van 50 milligram nitraat per liter zit. Gemiddeld scoort Duitsland slechter dan Nederland. Volgens Kücke is het ook niet haalbaar om de norm overal in Duitsland te behalen.

Jaap Uenk, voorzitter van Cumela stelt voor om samen met Duitsland een kenniscentrum op te zetten zoals het Vlaamse expertisecentrum mestverwerking, om kennis te delen en uit te wisselen. Ook in Duitsland zijn bijvoorbeeld problemen met de vergunningverlening voor mestverwerkingsinstallaties of mestopslag.