AkkerbouwNieuws

Rijenbemesting met dierlijke mest in aardappelen heeft geen meerwaarde

Valthermond – Rijenbemesting met dierlijke mest in aardappelen heeft geen duidelijk effect op opbrengst en kwaliteit. Dat vertelden PPO-onderzoeker Gerard Meuffels en DLV Plant-onderzoeker Jan Sikken tijdens een bijeenkomst van het praktijknetwerk ‘Meer met minder door rechte sporen.’

Voor aardappelen is een volveldstoediening van dierlijke mest net zo effectief als een rijenbemesting. Een verklaring hiervoor kan zijn dat door de rugopbouw de volvelds toegediende mest toch wel dicht bij de knol komt.

Zowel in Zuidoost- als in Noordoost-Nederland zijn vanaf 2010 proeven en demo’s aangelegd om te onderzoeken of de benutting van mineralen uit organische mest verbeterd kan worden. Met behulp van GPS is het technisch goed mogelijk om de mest al voor het poten op de meest geschikte plek neer te leggen.

Bij de teelt van mais zijn bij de PPO-proeven in het zuidoosten wel betere resultaten gevonden bij rijentoediening van dierlijke mest. Met 15 ton rundveedrijfmest in de rij is eenzelfde drogestofopbrengst gehaald als met 35 ton volvelds uitgereden. De rijentoepassing van dierlijke mest kan zelfs de rijentoepassing met kunstmest vervangen.

DLV Plant onderzocht in het noordoosten in zetmeelaardappelen de rijentoepassing met vloeibare stikstofmeststoffen ten opzichte van een volveldstoediening. Deze toepassing heeft wel een positief effect op de opbrengsten. In de resultaten komen jaarsinvloeden duidelijk naar voren, maar over de jaren heen leverden bij een gelijke stikstofgift een rijentoepassing een 4,8 procent hogere veldopbrengst en een 7,4 procent hogere zetmeelopbrengst.

Beheer
WP Admin