Kwaliteit pootaardappel moet beter voor export

Om afzetmogelijkheden van Nederlandse pootaardappelen te behouden en te verbeteren is een goede kwaliteit pootgoed noodzakelijk. Goed bewaren is daarvoor essentieel.

Dat werd duidelijk tijdens het vorige week gehouden bewaarsymposium pootaardappelen, georganiseerd door ProfytoDSD en George Pars Graanhandel.

Meer kans op bewaarziekten

Kwaliteitsbewaking is volgens Harm Steenhuis, teeltspecialist pootaardappelen bij HZPC, juist dit seizoen erg belangrijk. De aardappelen zijn gemiddeld laat gerooid en onder natte omstandigheden binnen gekomen. Bewaarziekten hebben daardoor meer kans zich uit te breiden.

Aangescherpte eisen zilverschurft Algerije

Om het belang van een goed product te benadrukken noemt Steenhuis als voorbeeld de verscherping van de zilverschurfteisen die Algerije twee jaar geleden vrij plotseling invoerde. Ook andere landen in Noord-Afrika, Midden- en Verre Oosten stellen inmiddels strengere eisen aan zilverschurft. Telers moeten die kwaliteit dan wel kunnen leveren  HZPC bijvoorbeeld exporteert 50 procent van de rassen naar 80 procent van de landen met verscherpte importeisen.

Ook binnen Europa hogere eisen

Het zijn niet alleen overzeese bestemmingen die steeds hogere eisen stellen, ook binnen Europa stellen afnemers van pootaardappelen steeds hogere eisen. Dat heeft dan vooral te maken met de schilkwaliteit van de nateelt. Zilverschurft gaat via de moederknollen over naar de consumptieaardappelen. Aardappelen met zilverschurft en rhizoctonia geven bij tafelaardappelen problemen met de wasbaarheid en presentatie. Ook de fritesindustrie streeft een hoog verwerkingsrendement, daarvoor is onder andere de schilkwaliteit belangrijk.