‘Consument onderscheidt cisgenese en transgenese’

Gent – Consumenten maken onderscheid tussen cisgenese en transgenese. Dat moet reden zijn voor de politiek om onderscheid te maken tussen de beide biotechnologische ingrepen. Dat schrijft student Anne-Cecile Delwaide aan de Universiteit van Gent in haar proefschrift over de acceptatie van cisgene rijst.

Delwaide heeft een vragenlijst opgesteld, die door 3.002 consumenten in Nederland, België, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk is ingevuld. Delwaide constateert dat consumenten in alle vijf landen positiever staan tegenover cisgenese, waarbij soorteigen genen in planten worden ingebracht, dan tegenover transgenese met soortvreemde genen. “Desondanks wil 84 procent van alle consumenten dat ook cisgene voedingsproducten als zodanig worden gelabeld”, schrijft Delwaide in het proefschrift.

Maar er zijn grote verschillen tussen de landen wat betreft acceptatie van genetische modificatie (GM). Franse consumenten hebben de meeste weerstand tegen GM-voedsel, de Spaanse de minste. Ook constateert Delwaide dat consumenten onzeker zijn over genetische modificatie. “Ten minste een vijfde van de respondenten weet niet wat ze er van moet vinden. En bijna de helft vindt dat ze onvoldoende informatie heeft voor een goed oordeel.”

De EU maakt in de regelgeving geen onderscheid tussen cisgenese en transgenese. Daar woedt momenteel een discussie over in Brussel. Delwaide: “Deze studie helpt politici om beleid te ontwikkelen, waarbij cisgenese en transgenese niet meer over één kam worden geschoren.”