Akkerbouw blij met aanpassing vergroening

Den Haag – LTO en NAV zijn tevreden met de aanpassingen die staatssecretaris Sharon Dijksma aanbrengt in de vergroeningseisen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

De organisaties zijn vooral blij dat akkerbouwers de vergroening volledig kunnen invullen met vanggewassen.

Dijksma paste vorige week de nationale invulling van het GLB aan, nadat de Tweede Kamer daar moties over had aangenomen. Aanvankelijk konden akkerbouwers alleen vanggewassen telen na hennep of vlas. Nu kan dat na elk gewas. Het vanggewas moet wel minimaal tien weken op het land staan en vóór 1 oktober zijn gezaaid.

Deze aanpassing is wat de akkerbouw wilde, zegt voorzitter Jaap Haanstra van de LTO-vakgroep Akkerbouw. “De Kamer heeft haar werk goed gedaan en daar zijn we erkentelijk voor. We kunnen aan de Brusselse eisen voor het GLB niets veranderen, maar door deze aanpassing kan de akkerbouw zich redden met de voorwaarden die Brussel stelt aan de bedrijfstoeslagen. Bovendien komt de Nederlandse invulling van het GLB zo beter overeen met die in andere lidstaten.”

Ook voorzitter Teun de Jong van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) is blij met de aanpassing. “De akkerbouw kan voldoen aan de vergroeningseisen zonder grond uit productie te nemen. Dat was voor ons het heikele punt.”

Akkerbouwers die alleen graan telen gaan vooral akkerranden aanleggen, verwacht De Jong. “Als je rond 1 september na het graan het vanggewas zaait, kun je pas rond half november ploegen. Het is lastig om dan nog wintergewassen te zaaien. Maar in een vruchtwisseling met hakvruchten die in het voorjaar worden gezaaid, is het goed mogelijk je vanggewas vóór de winter onder te ploegen.”

Het inzaaien van een groenbemester kost zo’n 200 euro per hectare, stelt De Jong. “Maar een groenbemester is goed voor de bodemvruchtbaarheid.”

De Jong betreurt het dat sojabonen en erwten niet worden erkend als een eiwitgewas voor de invulling van de vergroening. “De eiwitteelt in de EU verdient een steun in de rug.”