AkkerbouwNieuws

WUR: gewassen beperkt geschikt voor vergroening

Wageningen – Gewassen bieden slechts beperkte alternatieven voor de ecologische aandachtsgebieden. Dat concludeert het onderzoeksinstituut Plant Research International (PRI-WUR) in een rapport.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid eist dat boeren 5 procent van hun bouwland omzetten in ecologische aandachtgebieden. Ze kunnen kiezen uit landschapselementen, akkerranden, bufferstroken en stikstofbindende gewassen. Het ministerie van Economische Zaken vroeg Wageningen UR een inventarisatie uit te voeren naar de ecologische waarde van 23 landbouwgewassen. Lidstaten mogen namelijk alternatieve teelten toestaan op de ecologische aandachtsgebieden. Voorwaarde is dat de vergroening er niet onder lijdt.

Het PRI concludeert in de studie dat alleen wilg, olievlas, boekweit en de meerjarige eiwitgewassen luzerne, esparcette, rode klaver en rolklaver een beperkte bijdrage kunnen leveren aan de vergroening. “Deze is echter beperkt in vergelijking met de oorspronkelijk door de EU beoogde vergroening in ecologische aandachtsgebieden”, schrijft het PRI. “Eénjarige eiwitgewassen blijken geen bijdrage te leveren aan de vergroening.”

Of de teelt van wilg, olievlas, boekweit en meerjarige eiwitgewassen echt bijdragen aan biodiversiteit, milieubescherming en klimaatverbetering, hangt volgens het PRI ook af van de beheersmaatregelen. Het PRI noemt als voorbeeld het tijdstip van maaien van de gewassen.

Stikstofbindende (eiwit)gewassen en hakhout (wilg) zijn door de Europese Commissie onder voorwaarden toegestaan voor de invulling van de ecologische aandachtsgebieden. Andere gewassen kunnen alleen als ‘equivalente maatregel’ in aanmerking komen als ze geteeld worden zonder gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen.

Daarom heeft het PRI van de 23 gewassen het effect beoordeeld op saldo, nutriëntengebruik, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, biodiversiteit en landschappelijke en cultuurhistorische waarde. De gewassen zijn onderzocht in drie scenario’s. In het eerste scenario zijn geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen gebruikt. In de tweede optie wel gewasbeschermingsmiddelen, maar geen meststoffen en in het derde zijn gewasbeschermingsmiddelen én meststoffen toegepast. Staatssecretaris Sharon Dijksma gebruikt de resultaten van de studie voor een brief die ze binnenkort naar de Tweede Kamer stuurt over de nadere invulling van het EU-landbouwbeleid in Nederland.

Beheer
WP Admin