Sector promoot consumptieaardappel

Ermelo – Aardappelbedrijven steken 250.000 euro in de promotie van consumptieaardappelen. De promotiecampagne loopt van 2015 tot en met 2017 en is een initiatief van de Stichting NAO Projecten.

De Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) coördineert het opstellen van een businessplan, zei voorzitter Kees van Arendonk op de algemene ledenvergadering in Ermelo. “Er doen bijna twintig aardappelbedrijven aan mee, die zo’n 70 procent van de afzet van consumptieaardappelen vertegenwoordigen. Het mooie is dat het promotieplan breed wordt gedragen door de sector. Onder de deelnemende bedrijven zitten niet alleen verpakkers, maar ook handelaren in consumptieaardappelen of pootaardappelen en verwerkers. Het is jammer dat ‘free-riders’ mee profiteren van dit initiatief, maar dat kun je niet voorkomen.”

Volgens Van Arendonk is het nodig om de aardappelconsumptie te stimuleren. “In 1992 werd in Nederland nog 480.000 ton ongeschilde aardappelen verkocht. In 2013 was dat gezakt naar 280.000 ton. Dat is een daling van 42 procent in ruim twintig jaar.”

Trendwatcher Hans Steenbergen van Foodwatcher Shoot my Food constateert dat het voedingspatroon snel verandert. “Er is een levendig debat over voedsel in de hele wereld. De jeugd ontleent geen status meer aan een auto, maar aan het voedsel dat ze eten”, zei hij op de NAO-bijeenkomst.

Steenbergen stelt dat veel consumenten rechtstreeks contact willen met de voedselproducenten. “De boerenmarkten floreren in de VS. De tussenhandel is bij die markten verdwenen. In een paar jaar is het aantal boerenmarkten van 1.000 gestegen naar 7.500. De consument krijgt vers voedsel uit de streek en de boeren vinden het rechtstreekse contact erg leuk. Het concept van een supermarkt is aan het eind van zijn levenscyclus. De retail zou meer markt moeten worden.”

Het valt Steenbergen ook op dat topkoks steeds minder vlees en vis in hun gerechten verwerken. “De topkoks zetten de trend. Ze stappen over op groente. Daar kan de aardappelsector ook van profiteren. Maar dan moet je wel inventief zijn.”

Ook raadt Steenbergen bedrijven aan zich te onderscheiden. “Bedrijven in één sector hebben altijd de neiging op elkaar te gaan lijken. Je moet het lef hebben om anders te zijn. Als je mensen een onvergetelijke eetervaring kunt bezorgen, dan is dat veel geld waard.”