AkkerbouwNieuws

‘Prijzen pieken niet door speculeren’

Washington D.C. – ERS, het economisch onderzoeksinstituut van het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) heeft een studie verricht naar de mate waarin een uitgebreid complex factoren heeft bijgedragen aan de recente dynamiek in de tarwetermijnprijzen.

Hieruit blijkt dat speculatie door buitenstaanders, anders dan veelal wordt verondersteld, niet veel invloed heeft op het ontstaan van piekende prijzen op de tarwetermijnmarkt.

De bij de studie ‘Deconstructing Wheat Price Spikes’ betrokkenen pasten een econometrisch model toe dat de basis voor de tarweprijs ontleedt in een aantal factoren en ook aangeeft in welke mate die invloed hebben op prijswijzigingen. Verreweg het belangrijkst zijn (snelle, rigoureuze) veranderingen in de verhouding tussen vraag en aanbod. Daarna volgt hamstergedrag van inkopers die prijsstijgingen op termijn vóór willen zijn. Veranderingen in de wereldeconomie had tamelijk weinig invloed op de tarwe-termijnprijzen, anders overigens dan geldt voor mais en ruwe olie.

De vermeende invloed van branchevreemde speculanten die zich bezighouden met grondstoffen-index handel (‘commodity index traders’ ofwel CIT’s) op het ontstaan van recente prijspieken hebben ertoe geleid dat marktpartijen, beleidsmakers en economen ervoor pleiten hun handelsvrijheid aan banden te leggen. De ERS-studie wijst uit dat CIT’s maar minimale invloed hebben gehad op recente tarweprijspieken. In februari 2008, een in de studie specifiek bekeken periode met grote prijsfluctuatie, zou de tarweprijs maar een procentje lager zijn geweest zonder de speculatie van CIT’s.  Zelfs in een langere periode met de relatief grootste invloed, tussen 2006 en 2011, heeft financiële speculatie de tarweprijzen hooguit 5 tot 8 procent doen stijgen. De conclusie is dat de tarwetermijnmarkten vooral fundamentele ontwikkelingen reflecteren. De CIT’s aan banden leggen kan volgens ERS pieken in de termijnprijs dus niet voorkomen.

Beheer
WP Admin