‘Gentech maakt tarwe weerbaarder’

Wageningen – Genetische modificatie kan tarwe weerbaarder maken tegen luizen, echte meeldauw en droogte. Ook is het mogelijk het gehalte aan gluten te verlagen. Dat blijkt uit onderzoek in diverse landen.

Er wordt geen transgene tarwe geteeld in de wereld, behalve voor onderzoek, zei teamleider Bert Lutz van Wageningen UR op de graandag in Wageningen. “In Engeland zijn veldproeven gedaan met tarwe die meer geurstof aanmaakt die luizen afschrikt en lieveheersbeestjes aantrekt. Daardoor had de tarwe minder last van luizen.”

Ook Zwitserland doet veldproeven met genetisch gemodificeerde tarwe, zegt Lutz. “Die tarwe heeft een verhoogde expressie van de resistentiegenen tegen echte meeldauw. Australië test tarwe die beter bestand is tegen droogte. Door de genetische modificatie produceert de tarwe speciale eiwitten die andere eiwitten beter beschermen tegen schade door droogte. Er wordt ook onderzoek gedaan naar tarwe die via genetische modificatie minder gluten bevat.”

In Brussel wordt gediscussieerd of cisgenese, waarbij soorteigen genen worden gebruikt, moet worden onderscheiden van transgenese, waarbij soortvreemde genen in een plant worden gebracht. De Europese voedselautoriteit Efsa oordeelde in 2012 dat cisgenese dezelfde risico’s met zich meebrengt als klassieke veredeling, zegt Lutz. “WUR kan aardappelen via cisgenese resistent maken tegen phytophthora. Dat is een groot voordeel voor de sector. Met cisgenese kun je gerichter veredelen en het gaat veel sneller dan klassieke veredeling.”

De wereld telt zo’n 175 miljoen hectare transgene gewassen. Volgens Lutz blijkt uit onderzoek dat de teelt voordelen biedt voor boeren en milieu. “Maar transgene gewassen moet je inpassen in een geïntegreerd systeem van goede landbouwpraktijk. In de VS is dat in het verleden niet goed gegaan, waardoor resistente onkruiden zijn ontstaan.”