Telersbeurs Emmeloord splitst fritesnotering op

Emmeloord – De Landbouwbeurs Noord- en Centraal Nederland (LNCN), ofwel telersbeurs Emmeloord, gaat dit oogstjaar 2014/2015 de droog uit de schuur geleverde fritesaardappelen anders noteren.

Er komt een afzonderlijke notering voor de aardappelen die in Nederland worden geteeld en in Nederland, België en Duitsland in een fritesfabriek worden verwerkt. Daarnaast noteert Emmeloord ‘overige’ fritesaardappelen. Daaronder vallen bijvoorbeeld partijen die verwerkt worden in de schillerij, of bestemd zijn voor fritesproducenten buiten Nederland, Duitsland en België. Aanleiding is de onenigheid die bij de prijszetting steeds vaker ontstond over grote verschillen tussen de opbrengsten van beide te onderscheiden categorieën. Voor sommige rassen met uitzonderlijk kwaliteit/ bestemming is in landen als Zwitserland en Engeland dikwijls aanzienlijk meer betaald dan voor de grote aangekochte ‘bulk’ in Nederland te verwerken fritesaardappelen. Daardoor is de bandbreedte tussen de noteringen ‘hoog en laag’ ook groot geworden.

Bij meerdere gelegenheden werden vorig seizoen de partijen in de beurscommissie (met name telers en verwerkers) het niet eens over de invloed van excellente partijen met hoge opbrengst. De nu gekozen oplossing is een compromis met de verwerkende industrie waarin de beurs Emmeloord zich kan vinden.

Volgens LNCN-voorzitter Jan Douma stond het als een paal boven water dat men niet op de oude voet kon doorgaan. Zodra er na de nu nog lopende af land periode transacties droog uit de schuur plaatsvinden, start LNCN een proefperiode met het nieuwe systeem. In februari is er een evaluatie. De telersbeurs Goes houdt vast aan de oude werkwijze, met één prijs voor fritesgeschikt. Woordvoerder Adrie Bossers, voorzitter Vakgroep Akkerbouw ZLTO: “Positieve impulsen de markt komen doorgaans vanuit de handel. Als je die apart zet, geef je ze geen ruimte. Een afzonderlijke fritesnotering Nederland-België-Duitsland zal altijd lager uitvallen dan de huidige en dat zien wij als een nadeel voor de onderhandelingspositie van de teler.”