Veel verbeteringen mogelijk in peenteelt

Colijnsplaat – De kwaliteit van peen is op verschillende manieren te verbeteren. Dat blijkt op de open ochtend van DLV Plant en Proefboerderij Rusthoeve, die samen sinds dit jaar het project Quality Carots vormen, in het Zeeuwse Colijnsplaat.

Het thema van de ochtend is ‘Kan de peenteelt anders?’ en het antwoord is: ja, dat kan. In eerste plaats door rassenkeuze. Johan Wander van DLV Plant geeft aan dat er bij de zaadbedrijven signalen zijn dat er volgend seizoen verbeteringen komen op Nerac, Nederlands grootste peenras. “Rassen die zowel op opbrengst als kwaliteit beter scoren”, zegt Wander.

Dat wil niet gelijk zeggen dat het aandeel Nerac (nu zo’n 90 procent) gelijk keldert. “Dat gaat in de peenteelt geleidelijk, het is een grote stap. Telers moeten een ras eerst leren kennen.”

Muizenvraat komt dit seizoen veel voor en is daarom een veelbesproken onderwerp. “Op verschillende plekken is dit aan de orde. De schade loopt soms op tot enkele tientallen procenten.” De muizenoverlast trekt ook roofvogels aan, ziet Wander. Een goede natuurlijke bestrijder. “Je kunt de vogels lokken door rustpalen van een meter of drie, vier hoogte rond het perceel te zetten.”

Ook is het, eerder in het seizoen, zinvol om de koppen van peen met grond af te dekken en muizenvallen te plaatsen. “Nu de oogst voor de deur staat heeft dat niet veel zin meer, maar voor volgend jaar wel. Nu de muizenpopulaties groot zijn, ben je ze niet zomaar weer kwijt. Een koude, natte winter zou erg helpen.”

Telers kunnen ook nog een slag slaan met het beperken van residuen. Hierin worden nog vaak fouten gemaakt. “Bepaalde middelen worden te laat in het seizoen nog ingezet, waardoor je residuen krijgt en niet voldoet aan de eisen van de supermarkt. Dat is onnodig, want telers moeten dat risico kennen.”

Verder is de effectiviteit van de zwarte vlekken test van Nsure, de aanpak van de wortelvlieg en zaadfracties besproken. Er valt al met al nog veel te halen in de peenteelt.

Het Zuidwesten is nog een relatief vers peenteeltgebied. Wander verwacht dat het areaal hier groeit, omdat ‘schone’ grond leidt tot een gezondere teelt. Het Nederlands areaal blijft waarschijnlijk stabiel, denkt hij. Dat betekent dus een verschuiving van de noordelijke teeltgebieden naar het Zuidwesten. Obstakel voor dit gebied is wel dat peen voor de opkomst baat heeft bij beregenen en dat dit in het Zuidwesten vaak niet kan.